Examples of using "Tego" in a sentence and their dutch translations:
Ze willen dit.
In plaats daarvan...
Luister hiernaar!
We hebben dit nodig.
Probeer dit.
Gebruik dit!
Jullie zullen er spijt van krijgen!
Is dit wat je wilde?
Ik heb dit nodig.
Je zult er spijt van krijgen!
Jullie hebben het nodig.
Je hebt dit nodig.
Ik haat dat.
- Proef maar!
- Proef maar eens!
Hij heeft het niet gedaan.
Ik wou deze zomer werken.
Ik pak het zelf wel.
Maar dat heb ik niet gedaan.
Dit is precies wat ik wou.
Ik heb het onmiddellijk nodig.
Ik wil dat proberen.
Ik houd van deze hond.
- Dat versta ik niet.
- Ik snap het niet.
- Mag ik het aanraken?
- Kan ik het aanraken?
- Mag ik dit aanraken?
Drink dat niet!
Tom wil dit.
Tom wou dat.
Ik heb dit niet besteld.
Ik accepteer dat niet.
Je bent er een deel van.
Ik haat die kleur.
Ook dat nog!
- Ik wilde het niet!
- Ik wilde dat niet.
- Weet u dat zeker?
- Weet je dat zeker?
Niet aanraken.
- Het zijn wij niet die dat gedaan hebben.
- Wij waren niet diegenen die dat deden.
- Wist je dat niet?
- Wist u dat niet?
- Wisten jullie dat niet?
Dit is precies wat ik wou.
Geef de vogel voer!
- Dat zal ik niet vergeten.
- Ik zal dat niet vergeten.
Tom wou dat.
We hebben het niet gevonden.
Daar had ik niet aan gedacht.
Ik wil die kat.
Ik hou hier niet van.
Zij gebruikten deze tafel.
Dat heb ik niet gezegd.
Zie je die vos?
Ik haat dit tapijt.
- Ik kan het ook niet verklaren.
- Ik kan het ook niet uitleggen.
Je snapt het niet. Dat kan niet.
Wij horen bij die zoektocht.
Mede als gevolg hiervan
Net wat de garnaal nodig had.
Meer hebben de witte haaien niet nodig.
Ik moet dit eraf krijgen.
Ik heb dit nooit willen doen.
Het aanraken, voelen, proeven.
Nou, totaal niet!
Ik begrijp dit woord niet.
Luister niet naar die man.
- Ik kan het niet.
- Ik kan niet.
- Ik kan het niet doen.
Ik kan het niet langer volhouden.
Niemand vindt het leuk.
Ik kan er niet overheen komen.
- Wie heeft u dat geleerd?
- Wie heeft je dat geleerd?
- Ik heb hem niet gebroken.
- Ik heb hem niet kapotgemaakt.
Tom heeft het niet gezien.
Waar heb je dat geleerd?
Doe dat alsjeblieft niet.
Ik kan het niet uitleggen.
- Dat kan ik niet uitsluiten.
- Ik kan dat niet uitsluiten.
Tom heeft het niet gedaan.
Je hoeft dat niet te doen.
Luister naar me.
Dat is wat we gewend zijn.
We deden dit vanwege de shutdown.
Hij wandelde voorbij het huis.
Deze zin niet vertalen!
Waar kan ik dit aan proberen?
Hier is een voorbeeld.
Ik hou niet van dat geluid.
Ik heb deze brief niet geschreven.
Ik begrijp dit gedicht niet.
Sam, hou op!
Ik kan deze gast niet uitstaan.
Ik kan dit niet veranderen.