Examples of using "Dziećmi" in a sentence and their dutch translations:
We zijn zijn kinderen.
- Ze zijn kinderen.
- Zij zijn kinderen.
Waarom ben je niet bij de kinderen?
Alle volwassenen waren ooit kinderen.
Ik zal op je kinderen passen vanavond.
Hun ouders bemoeien zich niet met die kinderen.
Mijn werk bestaat uit oppassen op de kinderen.
Als ik zou overlijden, wie zou er dan voor mijn kinderen zorgen?
wat mij ertoe dwong het land uit te vluchten met mijn kinderen;