Examples of using "Praca" in a sentence and their dutch translations:
Het is werk.
Werk maakt vrij.
Het is mijn baan.
Goede keuze. Hard werken.
Hoe gaat het werk? -Oké.
Daar horen pauzes bij.
- Mijn werk is gedaan.
- Mijn werk is voltooid.
Kleren wassen is mijn taak.
- Ik heb mijn werk bijna af.
- Mijn werk is bijna voltooid.
Ik hou van mijn werk.
Ons werk houdt nooit op.
Het was echt zwaar werk.
Werk komt uit het hoofd;
Mijn werk bestaat uit oppassen op de kinderen.
In het noordpoolgebied werken is erg moeilijk, zelfs voor een robot.
maar ik kan je vertellen dat het werken met de VN kan leiden tot succes.
Overdag is er genoeg hulp... ...maar 's nachts stopt het werk niet.
De natuurbeschermer is op een gevaarlijke missie... ...in het spoor van de verborgen jagers. Maar zijn werk is gevaarlijk.