Examples of using "Dać" in a sentence and their dutch translations:
Vergeet de ober geen fooi te geven.
Ik wil een plant aan mama geven.
We zouden Tom een kans moeten geven.
Hij ontleent zijn naam aan een opvallend vertoon aan agressie.
Kan je me een voorbeeld geven?
- Mag ik alstublieft een glas water?
- Een glas water alstublieft!
Ik kan het jullie niet geven.
- Kan je me wat geld geven?
- Kan jij mij wat geld geven?
- Kan je mij wat geld geven?
Kan jij mij wat geld geven?
Ik moet mijn fiets laten repareren.
- Kunt ge mij uw gsm-nummer geven?
- Kun je mij je mobiele nummer geven?
Een spiering uitgooien om een snoek te vangen.
Ik zou hem graag een cadeau voor zijn verjaardag willen geven.
We hebben twee keuzes om die helikopter te waarschuwen.
Als je het opnieuw wilt proberen, kies dan 'Opnieuw proberen'.
Kunt ge mij uw gsm-nummer geven?
Als er iets is, laat het me dan zo snel mogelijk weten.
We kunnen erheen gaan. Proberen beschutting te vinden onder bomen.
Team, kun je me iets brengen waarmee ik kilometers kan maken?
Het enige wat ik je kan aanbevelen is hetzelfde te doen als ik:
We zoeken de dorpsoudste... ...die me moet ontmoeten om de vaccins in ontvangst te nemen.
De Nationale Bevrijdingsbeweging Tupamaro veranderde... ...van een romantische, stedelijke guerrilla die van de rijken stal...
Om je een idee te geven, Nederland is de op een na grootste voedselexporteur ter wereld