Examples of using "Zapomnij" in a sentence and their dutch translations:
Vergeet het!
Vergeet het niet.
Vergeet Tom.
- Vergeet het nu maar.
- Laat maar zitten.
Vergeet haar.
Vergeet mij niet!
Vergeet hem.
Vergeet het kaartje niet.
- Vergeet Tom maar.
- Je kunt Tom vergeten.
Vergeet je paraplu niet!
Vergeet je spullen niet.
Vergeet mij niet.
Vergeet ons niet!
Vergeet jouw geld niet.
Vergeet je ticket niet.
Vergeet je schaatsen niet.
- Vergeet hem.
- Vergeet dat.
- Daar kun je naar fluiten!
- Dat kun je op je buik schrijven!
- Vergeet het maar!
- Vergeet het.
- Vergeet 't maar!
- Schei uit.
Wat je ook doet, vergeet dit niet.
Vergeet het gas niet uit te doen voor je vertrekt.
Vergeet je dingen niet.
Vergeet de ober geen fooi te geven.
Vergeet ook niet om onze vrienden van Reconsidera Media .com te bezoeken, de podcast die