Translation of "Averla" in Dutch

Vorrei averla vista.

Ik wou dat ik haar gezien had.

- Ha negato di averla conosciuta.
- Ha negato di averla incontrata.

- Hij ontkende haar ontmoet te hebben.
- Hij ontkende dat hij haar ontmoet had.

- Si è ucciso dopo averla uccisa.
- Si uccise dopo averla uccisa.

Hij doodde zichzelf na haar te hebben vermoord.

Ha negato di averla incontrata.

- Hij ontkende haar ontmoet te hebben.
- Hij ontkende dat hij haar ontmoet had.

Si scusò per averla offesa.

Hij excuseerde zich omdat hij haar beledigd had.

- Puoi averlo gratis.
- Puoi averla gratis.

Je kunt het gratis krijgen.

- Deve averlo fatto ieri.
- Deve averla fatta ieri.

Zij moet het gisteren gedaan hebben.

Mi ricordo di averla vista da qualche parte.

Ik herinner me dat ik haar ergens gezien heb.

Ho l'impressione di averla già incontrata da qualche parte.

Ik heb de indruk dat ik haar al ergens ontmoet heb.

- Nega di aver fatto questo.
- Nega di averlo fatto.
- Nega di averla fatta.
- Lui nega di averlo fatto.
- Lui nega di averla fatta.

- Hij ontkent dat hij dat gedaan heeft.
- Hij ontkent dat hij het gedaan heeft.

Finalmente, dopo averla cercata per una settimana, giorno dopo giorno,

Eindelijk, na haar een week gezocht te hebben...

- Penso di averti capito.
- Penso di averti capita.
- Penso di avervi capiti.
- Penso di avervi capite.
- Penso di averla capita.

Ik dacht dat ik je begreep.