Translation of "Strandra" in Dutch

- Megyek a strandra.
- Lemegyek a strandra.

Ik ga naar het strand.

Elmentek a strandra.

- Ze gingen naar het strand.
- Ze zijn naar het strand gegaan.

Megyek a strandra.

Ik ga naar het strand.

Menjünk a strandra.

Laten we naar het strand gaan.

Elmentünk a strandra.

- We gingen naar het strand.
- We zijn naar het strand gegaan.

Gyakran járok a strandra.

Ik ga vaak naar het strand.

Ez a busz a strandra megy?

Gaat deze bus naar het strand?

Időről időre szeret kimenni a strandra.

Hij gaat graag af en toe eens naar het strand.

- Lementünk a partra.
- Lementünk a strandra.

We gingen naar het strand.

Úgy terveztem, hogy ma strandra megyek, de esni kezdett az eső.

Ik was vandaag van plan naar het strand te gaan, maar het begon te regenen.