Examples of using "Menjünk" in a sentence and their dutch translations:
Laten we met de auto gaan.
Laten we met de auto gaan.
Nou, laten we gaan.
Laten we gaan!
- Laten we met de trein gaan.
- Laten we de trein nemen.
- Laten we een trein nemen.
Waar zullen we naartoe gaan?
- Kom, we zijn weg.
- Laten we gaan.
Laten we weggaan.
Laat ons binnengaan.
Laten we met de bus gaan.
Laten we naar huis gaan!
Laten we teruggaan.
Laten we niet gaan.
Laten we samen gaan.
Zullen we gaan wandelen?
- Laten we weggaan.
- Kom op, laten we gaan.
Laten we met de auto gaan.
Laten we gaan eten.
Laten we een taxi nemen.
Laten we met de metro gaan.
Hoe gaan we hier nu mee verder?
Laten we naar de keuken gaan.
Laten we naar de fabriek gaan.
Laten we iets gaan drinken.
Laten we naar het strand gaan.
Laten we een trein nemen.
Laten we de straat oversteken.
Laten we naar huis gaan!
Ik stel voor dat we de trap nemen.
Even terug naar de Mesaboog,
We moeten voor zonsondergang nog zestien kilometer lopen.
Waar zullen we naartoe gaan? Naar het theater of de bioscoop?
Laten we naar huis gaan!
Laten we een kerstboom gaan halen.
- Kom, we zijn weg.
- Laten we gaan!
Laten we bij dageraad gaan.
Hij vroeg ons met hem mee te gaan.
Het is nog te koud om naar de zee te gaan.
Mijn vrienden hebben mij uitgenodigd voor het avondeten.
We konden niet zomaar verhuizen en in het noorden boer worden.
Het is te ver om te voet naar het station te gaan. Laten we de bus nemen.
Deze trein is overvol, laten we de volgende nemen.
We hebben nog genoeg tijd, maar laat ons voor de zekerheid een taxi nemen.
Vraag de weg aan de politieagent.