Translation of "Keltem" in Dutch

Tegnap korán keltem.

Gisteren ben ik vroeg opgestaan.

Szokásos mosolyommal jártam-keltem,

had ik mijn gebruikelijke glimlach op mijn gezicht.

Hat körül keltem fel.

Ik ben tegen zessen opgestaan.

Ma reggel hétkor keltem.

Ik ben vanmorgen om zeven uur opgestaan.

Éppen most keltem fel.

Ik ben net opgestaan.

Ezen a reggelen későn keltem.

- Ik ben vanmorgen laat opgestaan.
- Ik ben vanochtend laat opgestaan.

Ma reggel későn keltem fel.

- Ik ben vanmorgen laat opgestaan.
- Ik ben vanochtend laat opgestaan.

- Elaludtam.
- Nem keltem fel időben.

Ik heb me verslapen.

Ma reggel hat órakor keltem fel.

Ik stond vanochtend om zes uur op.

Amikor gimnáziumba jártam, minden reggel hatkor keltem.

Toen ik nog op de middelbare school zat, stond ik elke morgen om 6 uur op.

Korán keltem, hogy elérjem az első vonatot.

- Ik stond vroeg op om de eerste trein te nemen.
- Ik stond vroeg op om de eerste trein te halen.

Korán keltem, hogy elcsípjem az első vonatot.

Ik stond vroeg op om de eerste trein te halen.

- Későn keltem és lekéstem a vonatot.
- Sokáig aludtam és lekéstem az első vonatot.

Ik heb me verslapen en miste de eerste trein.