Examples of using "Wohnzimmer" in a sentence and their dutch translations:
De woonkamer heeft een open haard.
Zij drinken thee in de woonkamer.
De gezellige huiskamer van Tom staat vol met boekenkasten.
Tom liet de gast door naar de woonkamer.
- Zij is niet in de keuken en ook niet in de zitkamer.
- Hij is noch in de keuken, noch in de woonkamer.
- Zij is noch in de keuken, noch in de woonkamer.
Hij verliet de slaapkamer en ging de woonkamer binnen.
Zij is niet in de keuken en ook niet in de zitkamer.
- Zij is niet in de keuken en ook niet in de zitkamer.
- Zij is noch in de keuken, noch in de woonkamer.
De kinderen spelen niet in de woonkamer, maar in de tuin.
Zullen we binnen in de woonkamer of buiten op het balkon eten?
Zij is niet in de keuken en ook niet in de zitkamer.
Er zijn 3 slaapkamers, een keuken, een eetkamer, een salon en een badkamer.
In mijn nieuwe huis is de woonkamer op de begane grond en de slaapkamer op de eerste verdieping.