Examples of using "Werkzeug" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb gereedschap nodig.
We hebben gereedschap nodig.
Ik ben mijn gereedschap vergeten.
Want als taal slechts een werktuig is,
Een slechte schrijnwerker geeft de schuld aan zijn gereedschap.
Ik koop nieuw gereedschap bij de plaatselijke bouwmarkt.
Een slechte schrijnwerker geeft de schuld aan zijn gereedschap.
Als taal een instrument was, zou dat eerlijk gezegd maar armzalig zijn.