Examples of using "Seinem" in a sentence and their dutch translations:
Volg zijn voorbeeld.
Jack gelijkt op zijn vader.
Haakon tegen te komen met zijn bovennatuurlijke godinnenhelper, zijn familiegodin-helper, Lathgertha.
Tom lijkt op zijn vader.
Over smaak valt niet te twisten.
Hij luisterde naar muziek op zijn kamer.
Hij boog voor zijn leerkracht.
Hij lijkt op zijn grootvader.
het was gelukkig met zijn leven.
Hij was trouw aan zijn woord.
We zouden zijn voorbeeld moeten volgen.
We staan onder zijn bevel.
Hij is in zijn kamer aan het spelen.
- Tom speelt met zijn zoon.
- Tom is met zijn zoon aan het spelen.
Hij ontvluchtte zijn land.
Tom slaapt in zijn kamer.
Is alles op zijn plek?
Bill was in zijn slaapkamer.
Hij barstte in woede uit.
Tom nipte aan zijn koffie.
Hij stond op zijn recht.
Tom slaapt in zijn auto.
Tom zat op het bed.
Hij lijkt op zijn grootvader.
Tom gaf zijn paard een beetje haver.
Hij kauwde op zijn potlood.
Volg gewoon zijn raad.
Hij heeft een fortuin nagelaten aan zijn zoon.
Hij was tevreden met zijn nieuwe auto.
Tom woont nu bij zijn oom.
Het verhaal eindigt met zijn dood.
De vogel zit in zijn nest.
- De hond volgde zijn baas met kwispelende staart.
- De hond volgde kwispelend zijn baasje.
Na zijn universitaire studies werd hij cameraman.
Hij werd opgevoed door zijn oom.
In zijn kamer staan veel meubels.
Hij is bang voor zijn vader.
- Wat denk jij van zijn voorstel?
- Wat vind je van zijn voorstel?
Hij vertelde het verhaal aan zijn broer.
Hij fokt koeien op zijn boerderij.
Geen enkele fout ontsnapte aan zijn wakkere blik.
Hij luisterde naar muziek op zijn kamer.
- Tom kocht een cadeautje voor zijn zoon.
- Tom kocht een cadeau voor zijn zoon.
Ik ben tevreden over zijn vooruitgang.
- Hij deed het in zijn eigen belang.
- Hij handelde voor zijn eigen belang.
- Laten we even binnenspringen bij hem thuis.
- Laten we even bij hem aanwippen.
Ze riep hem bij zijn naam.
De dokter haastte zich naar zijn patiënt.
Hij gelijkt erg op zijn vader.
Tom loog over zijn leeftijd.
- Ik ben het met zijn voorstel eens.
- Ik ben het eens met zijn voorstel.
Tom is nu aan het leren in zijn kamer.
De jongen spreekt met zijn grootvader.
Tom is tv aan het kijken op zijn kamer.
Hij luisterde naar muziek op zijn kamer.
Ze was betoverd door zijn glimlach.
- Tom droeg Mary op zijn rug.
- Tom droeg Mary op z'n rug.
Mijn vader is in zijn kamer.
- Tom woont momenteel met zijn nonkel.
- Tom woont momenteel met zijn oom samen.