Examples of using "Weintrauben" in a sentence and their dutch translations:
Die druiven smaken zuur.
Die druiven smaken zuur.
Tom houdt niet van druiven.
Rozijnen zijn verschrompelde druiven.
Mijn hond eet druiven.
Wijn wordt van druiven gemaakt.
Hoeveel zijn de druiven?
Morgen zal ik druiven oogsten.
Wie heeft alle druiven gegeten?
Wat heb je het liefste: appels, sinaasappels of druiven?
Wijn wordt van druiven gemaakt.
Er zijn pitloze druiven en pitloze watermeloenen, maar zouden er ook pitloze mango's zijn?