Examples of using "Frisst" in a sentence and their dutch translations:
- Het eet.
- Het vreet.
- De kat eet.
- De kat is aan het eten.
De koe eet gras.
De eekhoorn eet pizza.
Mijn hond eet druiven.
De eend eet ananas.
De kat eet brood.
De koe eet gras.
Mijn kat eet alleen maar blikvoer.
De leeuw eet het vlees.
Een paard eet geen komkommersalade.
- De beer eet een appel.
- De beer is een appel aan het eten.
Deze hond eet bijna alles.
Wie eet bijen?
- De grote vis eet de kleine.
- De grote vis eet het kleintje.
Oei! Roest vreet het metaal weg.
Hoe doodt en eet ze die?
Wat de boer niet kent, dat vreet hij niet.
Tom eet als een varken.
De kat eet graag vis, maar wil niet in het water gaan.
Wie het gras opeet in de zomer, zal in de winter geen hooi hebben.
Geef me nog een kilo gehakt. Het is nooit te veel. Twee chacareritos. Deze hond is duurder dan een varken.
Wat de boer niet kent, dat eet hij niet.