Examples of using "Treu" in a sentence and their dutch translations:
Honden zijn trouw.
Tom is trouw.
Alle honden zijn trouw.
Hij was trouw aan zijn woord.
Duitse herders zijn meestal loyaal.
Ge hebt mij eerlijk en trouw gediend.
Hij zegt dat hij altijd trouw is gebleven aan zijn vrouw.
Vertalingen zijn zelden helemaal juist. Zoals de Italianen zeggen, "traduttore, traditore".
Werkelijk! Het lijkt er bijna op alsof we ons op een andere planeet bevinden!