Examples of using "Gewesen" in a sentence and their dutch translations:
- Je was fantastisch.
- U was fantastisch.
- Jullie waren fantastisch.
Ze waren teleurgesteld.
Waar is Tom geweest?
Ben je sindsdien hier nog geweest?
Ik was in Canada.
- Dat is altijd zo geweest.
- Zo is dit altijd geweest.
Ik was in Boston.
Ben je daar vaak geweest?
Zijt ge naar de dokter geweest?
- Iemand is in mijn kamer geweest.
- Er is iemand in mijn kamer geweest.
Waar waren jullie?
- Waar waren jullie?
- Waar was je?
Die thermos was een veel betere methode geweest.
Raad eens waar ik geweest ben?
Men zegt dat Homerus blind was.
- Ben je al eens in Parijs geweest?
- Ben je ooit in Parijs geweest?
- Ben je ooit naar Parijs geweest?
- Ik ben daar tientallen keren geweest.
- Ik ben daar tientallen keren heen gegaan.
Wanneer was je in Londen?
Ik ben heel vaak alleen geweest.
Tweemaal ben ik in Parijs geweest.
- Iemand is in mijn kamer geweest.
- Er is iemand in mijn kamer geweest.
Zij is drie keer naar Frankrijk gegaan.
Tom was aardig tegen mij.
Zij is kennelijk ziek geweest.
- Is de postbode al gekomen?
- Is de postbode al geweest?
Wanneer is ze bij de dokter geweest?
Ben je lang in Boston geweest?
Raad eens waar ik geweest ben?
- Zijt ge al eens op Hawaï geweest?
- Hebt ge Hawaï al eens bezocht?
dat je altijd vervuld was
alsof ze honderd procent zindelijk was,
Het lijkt erop dat er een fout is gemaakt.
Ik ben nooit in de Verenigde Staten geweest.
Ik ben tweemaal in Londen geweest.
Waar ben je al die tijd geweest?
Ik was bezig.
Waar waren jullie?
Ik ben 15 jaar lang leraar geweest.
Hij heeft nooit veel van mij gehouden.
Tom zou erg trots op je geweest zijn.
Tom is sindsdien niet meer hier geweest.
Ik ben nooit in Hiroshima geweest.
Wanneer zijt ge in New York geweest?
Ik ben altijd naar een privé-school geweest.
Tom was niet altijd zo.
Waar ben je geweest?
Ik weet dat Tom ziek is.
Ik ben nog nooit in het buitenland geweest.
Je bent drie keer in Londen geweest.
- Waar was Tom?
- Waar is Tom geweest?
Tom is diverse keren in Boston geweest.
Ik herinner het mij alsof het gisteren was.
die we voorheen alleen aan onze gezelschapsdieren gaven.
Tom is al lang niet meer ziek geweest.
Zijt ge vroeger al in Italië geweest?
Tom is eigenlijk nog niet in Boston geweest.
- Ik heb nog nooit op een vliegtuig gezeten.
- Ik ben nog nooit in een vliegtuig geweest.
- Ik heb nog nooit in een vliegtuig gezeten.
Hij schijnt lange tijd ziek te zijn geweest.
Hij is voor mij als een vader geweest.
Ze vertelde me dat haar moeder dokter was geweest.
Ik ging naar de bioscoop met mijn broer.
Tom zei dat hij hier al eens geweest is.
Tom is afgelopen weekend naar een familiereünie geweest.
Tom is lui en is altijd zo geweest.
Bent u ooit naar de opera geweest?
Zijn jullie ooit naar de opera geweest?
Ben je ooit naar de opera geweest?
Hij is nooit in het buitenland geweest.
Hij leek misschien wat overdreven dramatisch,
een gevreesde Viking geweest voordat hij een christelijke koning werd.
Ze zag eruit alsof ze lange tijd ziek geweest was.