Examples of using "Tötet" in a sentence and their dutch translations:
Roken is dodelijk.
Dood hem!
Snelheid doodt.
Dood haar!
Hij weet hoe je zombies moet doden.
Dood Tom.
Hoe doodt en eet ze die?
Dood ze allemaal, God zal de zijnen herkennen.
'Dat zijn de dieren die ze doodt.' Dus ik kijk naar prooien, kleine sporen, gegraaf in het zand...