Examples of using "Teufel" in a sentence and their dutch translations:
- Verdorie!
- Godverdomme.
- Duivel!
- Verdorie!
- Godverdomme!
Jij duivel!
- Godverdomme.
- Godverdomme!
Loop naar de duivel!
- Rot op!
- Krijg de tering!
Klootzak!
Naar de duivel met hen!
Alles kan de pot op!
- Waar heb ik het in vredesnaam gestopt?
- Waar heb ik het in godsnaam gelegd?
Wat doe jij hier in godsnaam?
Ze was een klein duiveltje.
- Wat is dat hier?
- Wat is dat nu weer?
- Wat is dat in hemelsnaam?
- Wat is dit in hemelsnaam?
- Wat is dit in godsnaam?
- Wat is dat in godsnaam?
Wie is dat nu weer?
Als je van de duivel spreekt.
Waar de hel ga je heen?
De duivel verwoestte Hirosjima en Nagasaki.
Maria was een duivel in vrouwengedaante.
- Verdomme!
- Verdorie.
Ik geloof niet in de duivel.
De duivel verwoestte Hirosjima en Nagasaki.
- Waar heb ik hem in vredesnaam neergelegd?
- Waar heb ik hem in godsnaam verstopt?
- Waar heb ik haar in godsnaam verstopt?
- Waar heb ik haar in vredesnaam neergelegd?
- Waar heb ik het in godsnaam verstopt?
- Waar heb ik het in vredesnaam neergelegd?
Waar heb ik haar in godsnaam neergezet?
- Waar heb ik hem in vredesnaam neergezet?
- Waar heb ik hem in godsnaam neergezet?
- Waar heb ik hem in vredesnaam gestopt?
- Waar heb ik hem in godsnaam gelegd?
Waar heb ik haar in vredesnaam gestopt?
Als je van de duivel spreekt.
Veel associaties met de duivel en boze krachten.
Hoe doodt en eet ze die?
Men zegt dat hij zijn ziel aan de duivel heeft verkocht.
Ik heb liever een eerlijke duivel dan een schijnheilige engel.
Tom weet het verschil niet tussen God en de Duivel.
De Belgische voetbalploeg, de Rode Duivels, spelen over twee weken in Brazilië.
Gisteren werd ik een god, maar ik vond dat te vervelend, dus vandaag werd ik een duivel.
- Waar was je gisternacht in hemelsnaam?
- Waar was je in godsnaam gisternacht?