Translation of "Säubern" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Säubern" in a sentence and their dutch translations:

Wir müssen unseren Kamin säubern.

We moeten onze schoorsteen schoonmaken.

Das Säubern des Ozeans mag vergeblich sein.

En dus, oké, het reinigen van de oceaan is misschien [niet] zinloos.

Ich war dran, das Zimmer zu säubern.

Het was mijn beurt om de kamer schoon te maken.

Ich brauchte drei Tage, um den Raum zu säubern.

Ik ben drie dagen bezig geweest om de kamer op te ruimen.

Alles, was du tun sollst, ist dein Zimmer zu säubern.

Je hoeft alleen maar je kamer schoon te maken.

- Ich war an der Reihe, das Zimmer sauberzumachen.
- Ich war dran, das Zimmer zu säubern.

- Het was mijn beurt om de kamer te kuisen.
- Het was mijn beurt om de kamer schoon te maken.