Examples of using "Müssen" in a sentence and their dutch translations:
We moeten ermee beginnen.
We moeten praten.
Wrijf het erin, ontspan je,
Je zal moeten afwachten.
We moeten meteen beginnen.
We moeten meteen beginnen.
We moeten rustig blijven.
We moeten vroeg vertrekken.
- Laten we iets proberen!
- We moeten iets doen.
- Laat ons iets proberen.
We moeten vlug zijn.
Waar moeten we naartoe?
We moeten snel handelen.
We moeten samenwerken,
Kinderen moeten spelen.
We moeten praten.
We moeten gaan.
- Wij moeten bezuinigen.
- Wij moeten besparen.
We moeten ontsnappen.
We moeten handelen.
We moeten ermee beginnen.
U moet helpen.
U moet beginnen.
We moeten de belasting betalen.
We moeten beslissen.
Ge moet op voorhand betalen.
We moeten Tom op de hoogte brengen.
We moeten de meeting annuleren.
- We moeten in ieder geval twee keer rijden.
- We moeten sowieso twee maal rijden.
en we moeten erkennen
We moeten veranderen.
We moeten nieuwe rivieren creëren...
We moeten opschieten.
Dit wordt onze route naar beneden.
Natuurlijk moet dat.
"We moeten van alles regelen.
Complexe levensvormen moeten ontstaan --
De lichtniveaus moeten precies juist zijn.
En republieken moeten anders zijn.
Dit moeten we goed begrijpen.
Ge zult morgen moeten komen.
We moeten hier weg.
- We moeten opnieuw beginnen.
- We moeten weer beginnen.
Zij moeten dood zijn.
We moeten ze waarschuwen.
Wat moeten we doen?
Wij moeten Tom helpen.
We moeten bij het vliegveld zijn.
We moeten het doen!
Ze moeten wel gelukkig zijn.
- Alle mensen moeten sterven.
- Alle mannen moeten sterven.
We moeten gaan zitten.
We moeten iets doen.
Zij moeten me helpen.
We moeten ons verstoppen!
We moeten snel handelen.
We moeten onmiddellijk handelen.
We moeten hen op de hoogte brengen.
Soldaten moeten bevelen opvolgen.
We moeten hen vertrouwen.
De spelen moeten doorgaan.
We moeten offers brengen.
Dat moeten wel Amerikanen zijn.