Translation of "Brauchte" in Dutch

Ich brauchte Hilfe.

Ik had hulp nodig.

Tom brauchte Hilfe.

Tom had hulp nodig.

Sie brauchte Geld.

Ze had geld nodig.

Tom brauchte Wasser.

Tom had water nodig.

Tom brauchte Unterstützung.

Tom had hulp nodig.

Ich brauchte ihn.

Ik had hem nodig.

Er brauchte ihn.

Hij had hem nodig.

Sie brauchte ihn.

Ze had hem nodig.

Sie brauchte mich.

Ze had me nodig.

Aber er brauchte Arbeit.

- Maar hij had werk nodig.
- Maar hij had een job nodig.
- Maar hij had een baan nodig.

Tom brauchte einen Hammer.

Tom had een hamer nodig.

- Die Schule brauchte einen neuen Lehrer.
- Die Schule brauchte eine neue Lehrerin.

De school had een nieuwe leraar nodig.

Er brauchte kein Taxi rufen.

Hij hoefde geen taxi te bellen.

Ich brauchte lange, um einzuschlafen.

Het duurde lang tot ik in slaap viel.

Ich glaube, Tom brauchte meine Hilfe.

Ik denk dat Tom mijn hulp nodig had.

Die Schule brauchte einen neuen Lehrer.

De school had een nieuwe leraar nodig.

Gestern brauchte ich nicht zu bezahlen.

Gisteren hoefde ik niet te betalen.

Alles, was Tom brauchte, war Zeit.

Alles wat Tom nodig had, was tijd.

brauchte vielleicht eine Reihe von unwahrscheinlichen Ereignissen.

wel behoefte aan een reeks onwaarschijnlijke gebeurtenissen.

Es schien, als brauchte es einen astronomisch großen Zufall,

en het tot stand komen van onze Maan op deze manier

- eine Qualität , die er brauchte dringend, aber knapp gefunden

- een kwaliteit die hij hard nodig had, maar die schaars was.

Ich brauchte fünf Stunden, um die Arbeit zu beenden.

- Ik deed er vijf uur over om het werk af te werken.
- Het kostte me vijf uur om het werk af te maken.

Er brauchte zwei Stunden, um seine Hausaufgaben zu machen.

Hij had twee uur nodig om zijn huiswerk te maken.

Er brauchte drei Monate, um Fahrrad fahren zu lernen.

Het kostte hem drie maanden om te leren fietsen.

Ich brauchte drei Tage, um den Raum zu säubern.

Ik ben drie dagen bezig geweest om de kamer op te ruimen.

- Maria brauchte zum Decken des Tisches nur ein paar Minuten.
- Maria brauchte nur ein paar Minuten, um den Tisch zu decken.

Het kostte Mary maar een paar minuten om de tafel te dekken.

Ich brauchte eine Stunde, um das Gedicht auswendig zu lernen.

Ik had een uur nodig om het gedicht van buiten te leren.

Laut der Bibel brauchte Gott sechs Tage, um die Welt zu erschaffen.

Volgens de Bijbel schiep God de wereld in zes dagen.

Ich hatte fast genug Geld, um alles zu kaufen, was ich brauchte.

Ik had bijna genoeg geld om alles te kopen wat ik nodig had.

- Sie brauchte jemanden, der sie verstand.
- Sie braucht jemanden, der sie verstehen kann.

- Ze heeft iemand nodig die haar kan verstaan.
- Ze heeft iemand nodig die haar kan begrijpen.

Es war schwer für mich, meine Gitarre zu verkaufen, aber ich brauchte das Geld.

Ik vond het moeilijk om mijn gitaar te verkopen, maar ik had het geld nodig.

- Ich brauchte eine Weile, um zu verstehen, was sie versuchte, zu sagen.
- Es dauerte etwas, bis ich begriff, was sie sagen wollte.

Ik had wat tijd nodig om te begrijpen wat ze probeerde te zeggen.

- Laut der Bibel brauchte Gott sechs Tage, um die Welt zu erschaffen.
- Laut der Bibel erschuf Gott die Welt in sechs Tagen.

Volgens het Bijbelverhaal had God zes dagen nodig om de wereld te maken.

Wenn die Ergebnisse stimmen, dann brauchte das Universum zehn Milliarden Jahre, bis Planeten entstehen konnten. Nun ist die Erde 4½ Milliarden Jahre, das Universum 15 Milliarden Jahre alt. Somit würden wir zur ersten Generation von Planeten und auch zum ersten intelligenten Leben überhaupt gehören!

Als de resultaten kloppen, zou het universum tien miljard jaar nodig hebben om planeten te vormen. De aarde is nu 4½ miljard jaar oud en het universum 15 miljard jaar oud. We zouden dus tot de eerste generatie planeten en überhaupt tot het eerste intelligente leven behoren!