Examples of using "Moment" in a sentence and their dutch translations:
Een moment!
Een ogenblik, alstublieft.
Geniet van het moment!
- Een momentje, alstublieft!
- Een momentje, alsjeblieft!
Het moment van de waarheid.
Hij kan er elke seconde zijn.
Zou u me even willen excuseren?
Ze kan op slag omschakelen naar deze heldere waarschuwingskleuren.
- Wacht even, alsjeblieft.
- Wacht even, alstublieft.
- Momentje, alstublieft.
- Momentje, alsjeblieft.
Wacht even! Wat is dat?
Hij twijfelde even.
Hij komt snel.
Het was een magisch moment.
Wat spelen jullie op het ogenblik?
- Heb je het druk op het moment?
- Ben je bezig?
Een momentje, alsjeblieft!
- Hij kan ieder moment komen.
- Hij kan ieder moment aankomen.
- Hij kan elk moment aankomen.
- Wacht eventjes.
- Wacht eens heel even.
- Wacht eens even.
- Wacht even.
Je kwam precies op tijd.
Meubels hebben nu prioriteit.
Voor het ogenblik ben ik op dieet.
- Een ogenblikje, alstublieft.
- Een ogenblik, alstublieft.
Een ogenblik. Ik heb nog niet beslist.
Ik woon momenteel in Beijing.
Een momentje, alstublieft!
Wacht een ogenblik. Ik zal Jimmy eens bellen.
- Hij kan ieder moment komen.
- Hij kan ieder moment aankomen.
Soms is een moment in je leven genoeg,
En op dat moment besef ik
Ik hoop dat je volmondig 'ja' kunt zeggen.
Ze zijn slim genoeg om goed te kunnen oversteken.
...was er een moment waarop...
Ik hoef niets te doen op dit moment.
Een moment!
Een moment!
Tom aarzelde een ogenblik voor hij antwoord gaf.
Blijf nog even aan de lijn alstublieft.
Wacht even, ik moet naar de wc.
- Een moment!
- Momentje!
Ik wil een ogenblik met je over Tom spreken.
Wat er op dat moment binnen in mij gebeurde,
wanneer we onszelf willen bevrijden,
Het is echt ongelofelijk wat mensen neushoorns aandoen.
Daar ben momenteel ik mee bezig.
Hij verblijft nu in Parijs.
Hij is nu op zoek naar een groter huis om in te wonen.
Ik weet niet wat ik nu wil.
Ik kan even niet op zijn naam komen.
Mijn vader is niet thuis op het moment.
Hij twijfelde even.
Een ogenblik alsjeblief. Er klopt iemand aan de deur.
We zijn veilig, tenminste voor het moment.
het brengt je eindelijk weer naar het moment.
Jullie hebben allemaal zoveel ideeën op dit moment.
Het moment dat je je gewicht erop zet.
Laten we het doen. Het moment van de waarheid.
Dat is alles wat ik nu kan zeggen.
- Zou je even kunnen wachten?
- Zou u even kunnen wachten?
Ik ben nu bezig.
Wacht eventjes.
Tom en Maria keken elkaar een ogenblik aan.
Heb je het druk op het moment?
- Ik ben momenteel bezig.
- Ik ben nu bezig.
Mijn neef, die advocaat is, is momenteel in Frankrijk.
Op dat moment zijn we in de woestijn
Op dat moment wordt het echt spannend.
Op het moment waarop je vol dankbaarheid daarop kan terugkijken,
Het is hier heel diep. Het moment van de waarheid.
Misschien is dit het moment om de onderbroek op te offeren. Oké.
Napoleon ondermijnde het moment eerder door tegen Marmont te zeggen:
Elk moment is zo kostbaar omdat het zo kort is.
- Hebt ge een ogenblik?
- Hebt ge even tijd?
- Heeft u een ogenblik?
- Hij kan ieder moment komen.
- Hij kan ieder moment aankomen.
- Hij kan elk moment aankomen.
Een ogenblikje alstublieft - blijf aan de lijn.
Wacht a.u.b. op mij.
Ik dacht even dat hij gek was geworden.
- Haar naam komt nu even niet in me op.
- Ik kan me haar naam op dit moment even niet herinneren.
Wat mij betreft, ik heb op het moment niets te zeggen.
Een moment!