Translation of "Jeden" in Dutch

0.016 sec.

Examples of using "Jeden" in a sentence and their dutch translations:

Jeden Monat.

Elke maand.

- Läufst du jeden Tag?
- Joggst du jeden Tag?
- Gehst du jeden Tag joggen?
- Laufen Sie jeden Tag?
- Lauft ihr jeden Tag?

Ren je iedere dag?

- Läufst du jeden Tag?
- Laufen Sie jeden Tag?
- Lauft ihr jeden Tag?

Ren je iedere dag?

- Menschen sterben jeden Tag.
- Jeden Tag sterben Menschen.
- Es sterben jeden Tag Menschen.

- Er sterven elke dag mensen.
- Er sterven dagelijks mensen.

- Lernst du jeden Tag?
- Lernt ihr jeden Tag?

- Studeert u elke dag?
- Leer je iedere dag?
- Leert u iedere dag?

Auf jeden Fall.

Absoluut.

Auf jeden Fall!

- Precies!
- Uiteraard!

Tom kennt jeden.

Tom kent iedereen.

Jeder kennt jeden.

Iedereen kent iedereen.

Du kennst jeden.

Je kent iedereen.

Er verachtet jeden.

Hij veracht allemaal.

Er langweilt jeden.

Hij verveelt iedereen.

- Wir spielen jeden Samstag Fußball.
- Wir spielen jeden Sonnabend Fußball.
- Jeden Samstag spielen wir Fußball.
- Jeden Sonnabend spielen wir Fußball.

Elke zaterdag spelen we voetbal.

Ich füttere meine Katze jeden Morgen und jeden Abend.

Ik voer mijn kat elke ochtend en elke avond.

- Machst du das jeden Tag?
- Machen Sie das jeden Tag?
- Macht ihr das jeden Tag?

Doet u dit iedere dag?

- Sprichst du jeden Tag Französisch?
- Sprechen Sie jeden Tag Französisch?
- Sprecht ihr jeden Tag Französisch?

- Spreek je elke dag Frans?
- Spreekt u elke dag Frans?
- Spreken jullie elke dag Frans?

- Lernst du jeden Tag Französisch?
- Lernen Sie jeden Tag Französisch?
- Lernt ihr jeden Tag Französisch?

Leer je elke dag Frans?

- Isst du jeden Tag Reis?
- Esst ihr jeden Tag Reis?
- Essen Sie jeden Tag Reis?

- Eet jij elke dag rijst?
- Eet u elke dag rijst?
- Eten jullie elke dag rijst?

- Er kann jeden Moment ankommen.
- Er kann jeden Augenblick ankommen.
- Er könnte jeden Moment kommen.

- Hij kan ieder moment komen.
- Hij kan ieder moment aankomen.

- Sie nimmt jeden Morgen ein Bad.
- Sie badet jeden Morgen.

Ze neemt elke morgen een bad.

- Er kann jeden Moment ankommen.
- Er kann jeden Augenblick ankommen.

- Hij kan ieder moment komen.
- Hij kan ieder moment aankomen.
- Hij kan elk moment aankomen.

- Sie nimmt jeden Morgen eine Dusche.
- Sie duscht jeden Morgen.

Zij gaat elke ochtend onder de douche.

- Wir spielen jeden Samstag Fußball.
- Wir spielen jeden Sonnabend Fußball.

Elke zaterdag spelen we voetbal.

- Jeden Samstag spielen wir Fußball.
- Jeden Sonnabend spielen wir Fußball.

Elke zaterdag spelen we voetbal.

- Mein Papa geht jeden Tag spazieren.
- Vater geht jeden Tag spazieren.
- Vater macht jeden Tag einen Spaziergang.
- Mein Vater geht jeden Tag spazieren.

Mijn vader maakt iedere dag een wandeling.

jeden Tag günstiger wird.

dag na dag goedkoper wordt.

Jeden interessierte die Geschichte.

Iedereen was geïnteresseerd in het verhaal.

Ich schwimme jeden Tag.

- Ik zwem elke dag.
- Ik zwem iedere dag.

Sie duscht jeden Morgen.

Zij gaat elke ochtend onder de douche.

Ich frühstücke jeden Morgen.

Ik eet elke ochtend ontbijt.

Lernst du jeden Tag?

Studeer je iedere dag?

Läufst du jeden Tag?

Ren je iedere dag?

Wir baden jeden Tag.

We nemen elke dag een bad.

Ich laufe jeden Tag.

Ik ren elke dag.

Geh jeden Tag spazieren.

Maak elke dag een wandeling.

Ich dusche jeden Tag.

Ik neem iedere dag een douche.

Gehe jeden Tag spazieren!

Wandel elke dag.

Dies passierte jeden Herbst.

Dit gebeurde elke herfst.

Ich weine jeden Tag.

Ik huil elke dag.

Menschen sterben jeden Tag.

- Er sterven elke dag mensen.
- Er sterven dagelijks mensen.

Ich bade jeden Morgen.

Ik neem elke morgen een bad.

Laufen Sie jeden Tag?

Ren je iedere dag?

Lauft ihr jeden Tag?

Ren je iedere dag?

Ich komme jeden Tag.

Ik kom iedere dag.

- Er müsste jeden Moment da sein.
- Er müsste jeden Moment kommen.

Hij kan er elke seconde zijn.

- Vater geht jeden Tag spazieren.
- Vater macht jeden Tag einen Spaziergang.

Mijn vader maakt iedere dag een wandeling.

- Jeden Morgen liest sie Zeitung.
- Sie liest jeden Morgen die Zeitung.

- Iedere morgen leest ze de krant.
- Ze leest elke morgen de krant.

- Vater geht jeden Tag spazieren.
- Mein Vater geht jeden Tag spazieren.

Mijn vader maakt iedere dag een wandeling.

- Ich gehe jeden Sommer aufs Land.
- Ich fahre jeden Sommer aufs Land raus.
- Ich fahre jeden Sommer aufs Land.

Ik ga elke zomer naar het platteland.

- Ich laufe jeden Tag zehn Kilometer.
- Ich laufe jeden Tag 10 km.

Ik loop iedere dag tien kilometer hard.

- Er liest jeden Morgen die Zeitung.
- Sie liest jeden Morgen die Zeitung.

Ze leest elke morgen de krant.

- Mein Vater macht jeden Morgen einen Dauerlauf.
- Mein Vater joggt jeden Morgen.

Mijn vader gaat elke ochtend joggen.

- Er arbeitet jeden Tag, außer Sonntag.
- Er arbeitet jeden Tag außer Sonntags.

Hij werkt iedere dag, behalve op zondag.

jeden Moment seine Warnfarben zeigen.

Ze kan op slag omschakelen naar deze heldere waarschuwingskleuren.

Sie spielte jeden Sonntag Tennis.

Zij speelde elke zondag tennis.

Sie spielt jeden Tag Klavier.

Ze speelt elke dag piano.

Sie spielt jeden Tag Tennis.

- Ze speelt iedere dag tennis.
- Iedere dag speelt ze tennis.

Sie spielt jeden Sonntag Tennis.

Ze speelt elke zondag tennis.

Sieht er jeden Tag fern?

Kijkt hij iedere dag tv?

Er geht jeden Tag dorthin.

Hij gaat daar elke dag naartoe.

Erdbeben können jeden Augenblick geschehen.

Aardbevingen kunnen zich op elk moment voordoen.

Ich esse jeden Morgen Sauerkraut.

Ik eet elke ochtend zuurkool.

Er spielt jeden Sonntag Golf.

Hij speelt elke zondag golf.

Jeden Tag schreibe ich Tagebuch.

Ik schrijf dagelijks in mijn dagboek.

Jeden Morgen kräht der Hahn.

Iedere morgen kraait de haan.

Sie grüßt ihn jeden Morgen.

Ze groet hem elke ochtend.

Ich gehe jeden Morgen einkaufen.

Ik doe iedere morgen boodschappen.

Tom hasst alle und jeden.

Tom heeft een hekel aan iedereen.

Ich sehe jeden Tag fern.

Ik kijk iedere dag televisie.

Tom geht jeden Morgen spazieren.

Tom maakt elke ochtend een wandeling.

Wir sehen jeden Tag fern.

Wij kijken alle dagen tv.