Examples of using "Besoffen" in a sentence and their dutch translations:
- Ik was stomdronken.
- Ik was dronken.
Tom is stomdronken.
Je bent dronken!
Je bent tamelijk dronken.
Je bent dronken!
Je bent dronken!
De politieagent was dronken.
Ik ben dronken, maar ik kan nog Duits spreken.
Ik ben dronken, maar ik kan nog Duits spreken.
Je bent dronken!
Ik ben nu zo dronken dat ik twee toetsenborden zie.
Ik ben dronken, maar ik kan nog Duits spreken.