Examples of using "Anna" in a sentence and their dutch translations:
Tot ziens, Anna!
Anna houdt van chocolade.
Anna houdt van chocolade.
Het lijkt erop dat hij Ann kent.
en ze rent naar Elsa en Anna,
Ik vraag mij af wanneer Anna komt.
Anna moest zich haasten deze morgen.
Anna is getrouwd buiten weten van haar ouders.
Ik heb een pop gemaakt voor Ana.
Ann heeft geen zus.
Niemand zingt zo mooi onder de douche als Anna!
Anna kent de eerste duizend cijfers van π van buiten.
Anna kent de eerste duizend cijfers van π van buiten.
Ana had geen vrienden waarmee ze kon spelen.
We zullen met z'n drieën zijn: jij, Anna en ik.
waren dit dé Anna en Elsa uit Frozen.