Examples of using "Abnehmen –" in a sentence and their dutch translations:
Ik wil afvallen.
Ik zou graag een beetje willen afvallen.
- Ik zal afslanken.
- Ik zal afvallen.
- Ik zal gewicht verliezen.
Ik wil vermageren.
Het is noodzakelijk om af te vallen.
Tom moet een beetje afvallen.
Vermageren betekent niet noodzakelijk lijden.
Afnemen valt hem zwaar.
Ik zou een paar kilo moeten verliezen.
Laat me je van je koffer bevrijden.
Jammer dat ik niet hoef af te vallen.
Tom wou voor de zomervakantie nog twee kilo afvallen.
Als je wil afvallen, moet je je eetlust in bedwang houden.
Als de marktprijs daalt, zal de gevraagde hoeveelheid stijgen en de aangeboden hoeveelheid dalen.
Als je wil afvallen, moet je letten op wat je eet.
- De deksel gaat er niet van af.
- Het deksel gaat er niet af.
- Het deksel kan er niet af.
Ik wil wat gewicht verliezen dit jaar.
"Afvallen in slechts twee weken - zo gaat het!" - met deze woorden lokt Toms nieuwste adviseur.