Examples of using "Möchte" in a sentence and their dutch translations:
Ik wil tv kijken.
Ik wil hetzelfde.
Ik zou je graag willen helpen.
Ik wil een kop koffie.
Tom wil piloot worden.
Tom wil meer koffie.
Ik wil gewoon winnen.
Ik wil reizen.
Ik wil betalen.
Ik wil dromen.
Wil iemand meerijden?
Tom wil een dessert.
Wil Tom komen?
Ik zou graag een beetje willen afvallen.
Ik wil deze.
Ik wil rusten.
Ik zou graag halfpension willen.
- Ik wil veel.
- Ik zou veel willen.
Ik wil kopen.
Zij wil graag dansen.
- Ik wil huilen!
- Ik wil huilen.
Tom wil updates.
Tom wil helpen.
Ik wil zingen.
- Wie wil er friet?
- Wie wil er patat?
Ik wil koffie.
Hij wil pindakaas.
Ik wil het.
Ik wil binnenin kijken.
Ik wil het niet.
- Ik wil graag leren dansen.
- Ik wil leren dansen.
- Ik wil dat je blijft.
- Ik wil dat jij blijft.
Ik zou je graag beter willen leren kennen.
Ik wil jou graag helpen.
- Ik wil je mening.
- Ik wil jullie mening.
Ik wil met een cheque betalen.
Ik wil in Boston wonen.
- Ik wil er rijk uitzien.
- Ik wil rijk overkomen.
Niemand wil graag oud zijn, maar jong sterven wil ook niemand.
Ik wil iets lekkers eten.
Ik wil nog een biertje.
Ik wil deze.
- Ik wil haar niet zien.
- Ik wil hem niet zien.
Over één ding wil ik zeer duidelijk zijn.
maar ik wil ook heel graag
Ik wil water drinken.
Ik wil veel meer.
Ik wil leren dansen.
Tom wil beroemd zijn.
Tom wil meer koffie.
Ik wil iets eten.
Ik wil ze weer zien.
Ik wil erover nadenken.
Ik wil met Martyna trouwen.
Ik wil leren snowboarden.
Ik wil Zuid-Korea bezoeken.
Ik wil ijs eten.
Ik wil graag Frans leren.
Mary wil lerares worden.
Niemand wil daarheen.
- Ik wil daarheen gaan.
- Ik wil daarnaartoe gaan.
Ook ik wil komen.
Ik wil hier zijn.
Ik wil Tom ontmoeten.
Ik wil dat proberen.
Ik wil een martini.
Tom wil niet gaan.
Ik wil Hebreeuws leren.
Ik wil Korea bezoeken.
Ik zou graag een klacht indienen.
Tom wil een biertje.
Ik wil het weten.
Ik wens pop-muziek te beluisteren.
Ik wil met je meegaan.
Ik wil je zoenen.
Kelner, ik zou willen betalen!
Ik wil een kop koffie.
Hij wil je ontmoeten.
Ik wil niets eten.
Ik wil Duits spreken.
Ik wil geschiedenis studeren.
Ik wil je zien.