Translation of "Fällt" in Dutch

- Er fällt.
- Sie fällt.

Ze valt.

Er fällt.

Hij valt.

Tom fällt.

Tom valt.

Sie fällt.

Ze valt.

Er fällt Bäume.

Hij kapt bomen.

Maria fällt Bäume.

Maria kapt bomen.

Dein Hemdknopf fällt ab.

- Er valt bijna een knoop van je bloes af.
- Uw hemdknoopje valt af.

Mathematik fällt mir schwer.

Wiskunde is moeilijk voor mij.

Englisch fällt mir schwer.

Engels is niet makkelijk voor mij.

Abschiednehmen fällt nie leicht.

Het is nooit gemakkelijk om afscheid te nemen.

Hier fällt es massiv ab.

Een enorme afgrond.

Fällt dir etwas Besseres ein?

- Kun je iets beters bedenken?
- Weet gij iets beters?

Das Atmen fällt mir schwer.

Ik heb moeite met ademen.

Fällt es dir schwer, abzunehmen?

Heb je moeite af te vallen?

Das Abnehmen fällt ihm schwer.

Afnemen valt hem zwaar.

Diese Unterrichtsstunde fällt morgen aus.

Deze les gaat morgen niet door.

Der Apfel fällt vom Baum.

De appel valt van de boom.

- Fällt es Ihnen schwer, Treppen zu steigen?
- Fällt es dir schwer, Treppen zu steigen?
- Fällt es euch schwer, Treppen zu steigen?

- Heb je moeite met traplopen?
- Hebt u moeite met traplopen?

- Weihnachten fällt dieses Jahr auf einen Sonntag.
- Dieses Jahr fällt Weihnachten auf einen Sonntag.

Kerstmis valt dit jaar op zondag.

- Fällt Ihnen im Liegen das Atmen schwer?
- Fällt dir im Liegen das Atmen schwer?

- Heeft u moeite met ademhalen als u plat ligt?
- Heb je moeite met ademhalen als je plat ligt?

Es fällt unter die Rubrik Kunst.

het valt ook onder de categorie kunst.

- Die Temperatur fällt.
- Die Temperatur sinkt.

De temperatuur zakt.

Das Geld fällt nicht vom Himmel.

Geld valt niet uit de hemel!

Mir fällt ein Stein vom Herzen.

Dat is een pak van mijn hart.

Er fällt Bäume auf dem Berg.

Hij hakt bomen om op de berg.

Jetzt fällt es mir wieder ein.

Nu weet ik het weer.

Mir fällt keine andere Lösung ein.

Ik kan geen andere oplossing bedenken.

- Es fällt ihm schwer, sich Namen zu merken.
- Ihm fällt es schwer, sich Namen zu merken.

- Hij heeft het moeilijk om namen te onthouden.
- Hij heeft moeite om namen te onthouden.

Der Yen steigt und der Dollar fällt.

De yen stijgt en de dollar daalt.

Der Apfel fällt nicht weit vom Stamm.

De appel valt niet ver van de boom.

Es fällt mir schwer, ihn zu verstehen.

Ik kan hem moeilijk begrijpen.

Mir fällt keine positive Großstadtlegende über Leoparden ein.

Ik kan geen enkel oud verhaal bedenken dat positief is over luipaarden.

Wer anderen eine Grube gräbt, fällt selbst hinein.

Wie een put graaft voor een ander, valt er zelf in.

Alles was fliegt, fällt früher oder später runter.

Alles wat vliegt, valt vroeg of laat naar beneden.

Es fällt ihm schwer, sich Namen zu merken.

Hij heeft het moeilijk om namen te onthouden.

Fällt es mir leicht, dieses Problem zu lösen?

Is het gemakkelijk voor mij om dit probleem op te lossen?

- Tennisspielen ist leicht für mich.
- Tennispielen fällt mir leicht.

Tennis is makkelijk voor mij.

- Von einem Streich fällt keine Eiche.
- Einmal ist keinmal.

Eén is geen.

Erst am Nachmittag fällt das Sonnenlicht in unseren Garten.

Pas in de namiddag valt het zonlicht in onze tuin.

Es fällt mir schwer, meine Gedanken in Worten auszudrücken.

Ik vind het moeilijk om mijn ideeën onder woorden te brengen.

- Dieses Jahr fällt der Geburtstag meines Vaters auf einen Sonntag.
- Der Geburtstag meines Vaters fällt in diesem Jahr auf einen Sonntag.

Mijn vaders verjaardag valt dit jaar op een zondag.

- Mir fällt nicht mehr ein, wie man auf Deutsch danke sagt.
- Mir fällt nicht mehr ein, wie man auf Deutsch „Danke!“ sagt.

Ik kan me niet herinneren hoe je "Bedankt" in het Duits zegt.

Sich zu konzentrieren und einen Job zu behalten, fällt schwerer

Het maakt het moeilijker om te focussen en om een job te behouden

Als durch Siege und das, was ihm leicht fällt. POLIZEI

...dan van overwinningen en makkelijke dingen. POLITIE

- Englisch ist nicht einfach für uns.
- Englisch fällt uns schwer.

Engels is voor ons niet gemakkelijk.

Es fällt mir schwer, an einem kalten Morgen früh aufzustehen.

Ik vind het moeilijk om vroeg op te staan op een koude morgen.

Dieses Jahr fällt der Geburtstag meines Vaters auf einen Sonntag.

Mijn vaders verjaardag valt dit jaar op een zondag.

- Englisch ist nicht einfach für mich.
- Englisch fällt mir schwer.

Engels is niet makkelijk voor mij.

Fällt der Vollmond nachts aufs Dach, werden alle Bauern wach.

- Valt de volle maan 's nachts op het dak, dan worden alle boeren wakker.
- Valt de maan 's nachts op de daken, doet hij iedere boer ontwaken.

Wenn man von der Leiter fällt, ist man schnell unten.

Als je van de ladder valt, ben je gauw beneden.

Tom fällt es schwer, mit dem Selbstmord seines Sohnes umzugehen.

Tom heeft het moeilijk om de zelfmoord van zijn zoon te verwerken.

- Ich weiß, wie schwer es dir fällt zuzugeben, dass du dich irrst.
- Ich weiß, wie schwer es Ihnen fällt zuzugeben, dass Sie im Unrecht sind.
- Ich weiß, wie schwer es euch fällt einzugestehen, dass ihr unrecht habt.

- Ik weet hoe moeilijk het voor jou is toe te geven dat je je vergist.
- Ik weet hoe moeilijk het voor u is toe te geven dat u zich vergist.
- Ik weet hoe moeilijk het voor jullie is toe te geven dat jullie zich vergissen.

Wenn wir jung sind, fällt es uns leicht, Dinge zu zerbrechen.

Als we jong zijn, vinden we het makkelijk... ...dingen te breken.

- Japanisch sprechen fällt mir leicht.
- Japanisch sprechen ist für mich leicht.

Japans spreken is makkelijk voor mij.

Fällt der Bauer tot vom Traktor, steht am Waldrand ein Reaktor.

Valt de boer dood van de tractor, staat aan de bosrand een reactor.

Bei niedrigem Luftdruck fällt es den Menschen schwerer, genug Sauerstoff einzuatmen.

Bij lage druk hebben mensen het moeilijk om genoeg zuurstof in te ademen.

- Ich weiß, wie schwer es Ihnen fällt zuzugeben, dass Sie im Unrecht sind.
- Ich weiß, wie schwer es euch fällt einzugestehen, dass ihr unrecht habt.

- Ik weet hoe moeilijk het voor u is toe te geven dat u zich vergist.
- Ik weet hoe moeilijk het voor jullie is toe te geven dat jullie zich vergissen.

- Ich habe kein passendes Beispiel parat.
- Mir fällt kein passendes Beispiel ein.

Ik kan geen geschikt voorbeeld bedenken.

Fällt im Stall die Heizung aus, kommt die Milch in Würfeln raus.

Valt in de stal de verwarming uit, dan komt de melk in blokjes eruit.

Alles fällt schon auseinander. Aber der perfekte Ort, um diese Tiere zu jagen.

Alles valt hier uit elkaar. Maar het is de perfecte plek om op beestjes te jagen.

Nicht immer fällt es leicht, den Abgrund zwischen Vorstellung und Umsetzung zu überspringen.

Het is niet altijd gemakkelijk over de kloof te springen tussen voorstelling en realisatie.

- Tom fällt nicht mehr unter meine Verantwortung.
- Ich bin nicht mehr verantwortlich für Tom.

Tom is mijn verantwoordelijkheid niet meer.

Aber als die Axt fällt, ruckt er den Kopf zurück ... und die fallende Axt schneidet

Maar als de bijl valt, trekt hij zijn hoofd achterover ... en de vallende bijl snijdt de handen af ​​van