Translation of "Leiden" in Dutch

Leben heißt leiden.

Leven is lijden.

Leidenschaft schafft Leiden.

- Passie creëert lijden.
- Hartstocht veroorzaakt ellende.

Tom wird leiden.

Tom zal lijden.

Menschen leiden oder sterben gar,

Mensen hebben het moeilijk en sterven zelfs,

Wir können Gewalt nicht leiden.

- We houden niet van geweld.
- We verwerpen geweld.

Vielleicht mag Tom dich leiden.

Misschien houdt Tom van jou.

Abnehmen heißt nicht zwangsläufig leiden.

Vermageren betekent niet noodzakelijk lijden.

Tom kann Katzen nicht leiden.

Tom haat katten.

Ich kann Lügner nicht leiden.

Ik haat leugenaars.

Er kann Spinnen nicht leiden.

Hij verafschuwt spinnen.

Leiden Sie unter Grünem Star?

- Heeft u glaucoom?
- Heb je glaucoom?

Wird der ganze Planet schließlich leiden.

zal de hele planeet uiteindelijk lijden.

Wer schön sein will, muss leiden.

Wie mooi wil wezen, moet pijn lijden.

Ich kann deinen Vater nicht leiden.

Ik kan je vader niet uitstaan.

Leiden ist die Bestimmung des Menschen.

Het is het lot van de mens om te lijden.

Viele Menschen in Afrika leiden Hunger.

Veel mensen in Afrika hebben honger.

Er mag Katzen nicht arg leiden.

Hij heeft niet graag katten.

Menschen, die beispielsweise an generalisierter Angst leiden,

Bijvoorbeeld, mensen met een algemene angststoornis

Offen gesagt kann ich ihn nicht leiden.

Eerlijk gezegd, haat ik hem.

- Maria mag dich.
- Maria mag dich leiden.

Maria vindt je leuk.

Die Forscher fingen an, Hungers zu leiden.

De onderzoekers begonnen honger te lijden.

Ich hasse es, Tiere leiden zu sehen.

Ik haat het, dieren te zien lijden.

Manche Menschen auf der Welt leiden Hunger.

Veel mensen op de wereld lijden honger.

Mehr Frauen als Männer leiden an Autoimmunerkrankungen.

Meer vrouwen dan mannen lijden aan auto-immuunziekten.

- Ich hasse Reptilien.
- Ich kann Kriechtiere nicht leiden.

- Ik haat reptielen.
- Ik heb een hekel aan reptielen.

- Ich hasse Chemie.
- Ich kann Chemie nicht leiden.

Ik haat scheikunde.

Warum ist das Leben so voll mit Leiden?

Waarom zit het leven vol leed?

- Ich hasse Französisch.
- Ich kann Französisch nicht leiden.

- Ik haat Frans.
- Ik haat het Frans.

- Sie hassten Tom.
- Sie konnten Tom nicht leiden.

Zij haatten Tom.

- Ich kann Lügner nicht leiden.
- Ich hasse Lügner.

Ik haat leugenaars.

- Ich kann Weihnachten nicht leiden.
- Ich hasse Weihnachten.

- Ik haat Kerstmis.
- Ik haat kerst.

Millionen Menschen in diesem Land leiden an Informationsüberfütterung.

Miljoenen mensen in dit land lijden aan informatie-obesitas.

Die Menschen leiden unter der Verseuchung des Leitungswassers.

- De mensen lijden onder de besmetting van het leidingwater.
- De mensen lijden onder de vervuiling van het leidingwater.

- Ich hasse Kaffee.
- Ich kann Kaffee nicht leiden.

- Ik heb een hekel aan koffie.
- Ik haat koffie.
- Ik kan koffie niet uitstaan.

Es ist das Los des Menschen zu leiden.

De mens is voorbestemd tot lijden.

Ich kann nicht dulden, Tiere leiden zu sehen.

Ik kan er niet tegen dieren te zien lijden.

- Sie hasst ihn.
- Sie kann ihn nicht leiden.

Ze haat hem.

- Sie mochte ihn nicht.
- Sie mochte ihn nicht leiden.

Ze vond hem niet leuk.

Mein Bruder konnte sie von Anfang an nicht leiden.

Mijn broer heeft haar van in het begin geminacht.

- Tom mag mich nicht.
- Tom kann mich nicht leiden.

Tom vindt me niet leuk.

Dann könnte es sein, dass Sie an einer Angststörung leiden.

dan kan het zijn dat je een angststoornis hebt.

Aber der Mensch lernt wohl mehr durch Schmerz und Leiden

...maar ik denk dat men meer leert van pijn en lijden...

Ich habe Tom gesagt, dass ich ihn nicht leiden mag.

Ik vertelde Tom dat ik hem niet mocht.

Die, die in Afrika Hunger leiden, brauchen eine schnelle Hilfe.

De hongerlijders in Afrika hebben dringend hulp nodig.

- Ich kann Kaffee nicht ausstehen.
- Ich kann Kaffee nicht leiden.

Ik kan koffie niet uitstaan.

- Sie verabscheute ihn.
- Sie hasste ihn.
- Sie konnte ihn nicht leiden.

Ze haatte hem.

- Er verabscheut Spinnen.
- Er hasst Spinnen.
- Er kann Spinnen nicht leiden.

- Hij verafschuwt spinnen.
- Hij haat spinnen.

Die Anzahl der Menschen, die an Herzkrankheiten leiden, hat sich erhöht.

Het aantal personen met een hartziekte is toegenomen.

Großbritannien wird Hunger leiden, wenn die U-Boote sind nicht bald besiegt.

Groot-Brittannië zal de hongerdood onder ogen moeten zien als de U-boten niet snel worden verslagen.

- Offen gesagt kann ich ihn nicht leiden.
- Ehrlich, ich mag ihn nicht.

Eerlijk gezegd, haat ik hem.

Tom konnte es gar nicht fassen, dass Maria ihn tatsächlich leiden mochte.

Tom kon het niet geloven dat Maria hem echt leuk vond.

- Ich hasse Kaffee.
- Ich kann Kaffee nicht ausstehen.
- Ich kann Kaffee nicht leiden.

- Ik heb een hekel aan koffie.
- Ik haat koffie.

- Weiß er, dass du ihn liebst?
- Weiß sie, dass du sie gern leiden magst?

Weet hij dat je van hem houdt?

Ein echter deutscher Mann mag keinen Franzosen leiden, doch ihre Weine trinkt er gern.

Een echte Duitse man kan geen Fransman verdragen, maar toch drinkt hij graag zijn wijnen.

- Nach dem Regen kommt Sonnenschein.
- Nach Leiden kommt Wohlstand.
- Die Ruhe kommt nach dem Sturm.

Na regen komt zonneschijn.

- Warum magst du mich nicht leiden?
- Warum magst du mich nicht?
- Warum mögen Sie mich nicht?

Waarom vind je me niet leuk?

- Ich kann verzogene Kinder nicht leiden.
- Ich mag verwöhnte Kinder nicht.
- Ich mag ungezogene Kinder nicht.

Ik hou niet van stoute kinderen.

- Wieso bin immer ich diejenige, die sich zurücknehmen muss?
- Wieso bin ich immer derjenige, der leiden muss?

Waarom ben ik altijd degene die moet lijden?

- Ich hasse es, wenn viele Leute da sind.
- Ich kann es nicht leiden, wenn viele Leute da sind.

Ik haat het als er veel mensen zijn.

- Ich kann ihn nicht ertragen.
- Ich kann ihn nicht ausstehen.
- Ich ertrage ihn nicht.
- Ich kann ihn nicht leiden.

- Ik kan hem niet verdragen.
- Ik kan hem niet uitstaan.

„Gibt es jemanden, den du gerne leiden magst?“ – „Es gibt schon jemanden, aber es beruht leider nicht auf Gegenseitigkeit.“

"Is er iemand die je leuk vindt, Tom?" "Ja hoor. Al is het wel onbeantwoord."

„Ich traue mich nicht, Maria anzusprechen. Was, wenn sich herausstellt, dass sie mich nicht leiden mag?“ – „Dann hast du wenigstens Gewissheit.“

"Ik durf Maria niet aan te spreken. Wat als blijkt dat ze me niet leuk vindt?" - "Dan weet je het tenminste."

- Ich kann ihn nicht ertragen.
- Ich kann ihn nicht ausstehen.
- Ich ertrage ihn nicht.
- Ich kann ihn nicht leiden.
- Ich kann ihn nicht ab.

Ik kan hem niet uitstaan.

- Ich mochte Biologie noch nie.
- Ich habe Biologie nie gemocht.
- Ich konnte Biologie nie leiden.
- Ich mochte Biologie nie.
- Mir hat Biologie nie gefallen.

Ik heb nooit van biologie gehouden.

Der bekannte Kinderbuchautor Eduard Uspenski, der Schöpfer der Zeichentrickfigur Tscheburaschka, sagte in einem Interview mit dem Fernsehsender „Der Regen“, dass 90 Prozent der Staatsbürger Russlands an Schwachsinn leiden.

De bekende auteur van kinderboeken Eduard Uspensky, schepper van de stripfiguur Tsjeboersajka, zei in een interview met het tv-kanaal „De regen”, dat 90 percent van alle inwoners van Rusland aan waanzin lijden.