Examples of using "Roses" in a sentence and their dutch translations:
Jeanne kijkt naar uw rozen.
Ik heb liever witte rozen dan rode.
Ze kweekte rozen.
Ze kweekte rozen.
Ze kijken naar hun mooie rozen.
Rozen ruiken zoet.
Ik vind rode rozen leuk.
John kijkt naar de rozen.
Ze kweekte rozen.
Rozen hebben doornen.
Zijn rozen blauw?
Rozen zijn bloemen.
De blauwe rozen zijn erg mooi.
Waarom zijn flamingo's roze?
Hij woont in L'Haÿ-les-Roses.
De man is prachtige rozen voor zijn vrouw aan het kopen.
De geur van rozen vulde de kamer.
- Ik houd van bloemen, zoals bijvoorbeeld rozen.
- Ik hou van bloemen, bijvoorbeeld rozen.
Ze plant rozen in de tuin.
De rozen in mijn tuin zijn prachtig.
Geen rozen zonder doornen.
Ik vraag me af wie me die rozen gestuurd heeft.
Er zijn veel rozen in deze tuin.
De rozen in de tuin staan in bloei.
Er is geen roos zonder doornen.
De man is prachtige rozen voor zijn vrouw aan het kopen.
Het is dom alle rozen te haten omdat één ervan je geprikt heeft.
Geboren in de lente, vergaan met rozen, zwevend in een ongerept luchtruim op de vleugel van de zefier, zwaaiend aan de borst van de nauwelijks bloeiende bloemen, beschonken met parfums, licht en azuurblauw; dit is het betoverende lot van de vlinder, die nog jong, het poeder van zijn vleugels afschudt en als een adem in de eeuwige hemelen wegvliegt! Hij lijkt op de begeerte die nooit landt, onbevredigd overal schampt en uiteindelijk terugkeert naar de hemel om wellust te beleven.