Examples of using "Jeanne" in a sentence and their dutch translations:
Jeanne zal naar uw bloem kijken.
Jeanne kijkt naar uw rozen.
Peter houdt van Jane.
Zal Jane zingen?
- Misschien komt Jane.
- Misschien zal Jane komen.
- Jane heeft het dan toch maar niet gekocht.
- Ten slotte heeft Jane het niet gekocht.
Joanna waste de aardappelen.
Jane heeft schijnbaar een nieuwe vriend.