Translation of "Rencontrée" in Dutch

Il nia l'avoir rencontrée.

- Hij ontkende haar ontmoet te hebben.
- Hij ontkende dat hij haar ontmoet had.

Je l'ai rencontrée à Londres.

Ik heb haar leren kennen in Londen.

Nous l'avons rencontrée par hasard.

We hebben haar per ongeluk ontmoet.

- Je l'ai rencontrée à Londres.
- Je l'ai rencontrée pour la première fois à Londres.

- Ik heb haar voor het eerst ontmoet in Londen.
- Ik heb haar leren kennen in Londen.

Le fils du roi l'a rencontrée.

De zoon van de koning heeft haar ontmoet.

Je l'ai rencontrée dans la rue.

Ik ben haar op straat tegengekomen.

Je l'ai rencontrée tard dans la soirée.

Ik heb haar laat in de avond ontmoet.

Je l'ai rencontrée en allant à l'école.

Ik kwam haar tegen op weg naar school.

- J'ai l'impression de l'avoir déjà rencontrée quelque part.
- J'ai le sentiment de l'avoir déjà rencontrée quelque part.

Ik heb de indruk dat ik haar al ergens ontmoet heb.

Je l'ai rencontrée dans le magasin par hasard.

Toevallig kwam ik haar in de winkel tegen.

Je l'ai rencontrée par hasard dans la rue.

Ik ben haar toevallig tegengekomen op straat.

Je l'ai rencontrée sur le chemin de l'école.

Ik kwam haar tegen op weg naar school.

J'ai l'impression de l'avoir déjà rencontrée quelque part.

Ik heb de indruk dat ik haar al ergens ontmoet heb.

Je l'ai rencontrée par hasard dans un restaurant hier.

Ik heb ze gisteren toevallig in een restaurant ontmoet.

Il l'avait vue et rencontrée. Il était venu tant de fois.

Hij had haar gezien. Ik had hem zo vaak meegenomen.

- Je l'ai rencontrée sur le chemin de l'école.
- Je la rencontrai sur le chemin de l'école.

- Ik kwam haar tegen op mijn weg naar de school.
- Ik kwam haar tegen op weg naar school.

- Je me souviens l'avoir vue quelque part.
- Je me souviens l'avoir rencontrée quelque part.
- Je me souviens l'avoir déjà croisée quelque part.

Ik herinner me dat ik haar ergens gezien heb.