Translation of "Rage" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Rage" in a sentence and their dutch translations:

La guerre fait rage.

De oorlog woedt.

George était fou de rage !

George was woedend!

J'étais fou de rage contre lui.

Ik was erg boos op hem.

Nous vous vaccinons contre la rage.

Wij geven u een inenting tegen hondsdolheid.

- Il était fou de rage.
- Il était furieux.

- Hij was woedend.
- Hij was razend.

Qui veut noyer son chien l'accuse de la rage.

- Wie een hond wil slaan, vindt altijd een stok.
- Barbertje moet hangen.

Si vous ressentez de la rage en lisant les informations,

Als je woede voelt bij het lezen van de krant,

- Tom a pété les plombs.
- Tom est devenu fou furieux.
- Tom est devenu fou de rage.

- Tom ging door het lint.
- Tom is door het lint gegaan.