Examples of using "Noyer" in a sentence and their dutch translations:
Je had kunnen verdrinken!
Ik ben aan het verdrinken.
- Wie een hond wil slaan, vindt altijd een stok.
- Barbertje moet hangen.
Die boom bij de rivier is een walnotenboom.
Hij was bijna verdronken.
Tom is aan het verdrinken.
Ze was bijna verdronken.