Examples of using "Pus" in a sentence and their dutch translations:
Ik kon haar niet overtuigen.
Ik kon zijn huis niet vinden.
Ik kon een toren onderscheiden in de verte.
Er komt een soort etter uit als ik urineer.
Ik kon niet stoppen met lachen.
Ik kon zijn huis niet vinden.
Ik kon niet stoppen met lachen.
Ik kon alles horen.
Ik heb alles gedaan wat ik kon.