Examples of using "Sort" in a sentence and their dutch translations:
Ze gaat zelden uit.
Ze gaat zelden uit.
Waar komt die vandaan?
Ze gaat zelden uit.
Hij gaat veel uit.
Zij gaat veel uit.
Ze is weg.
Ze gaat zelden uit.
Iedereen gaat naar buiten.
Mijn noodlot ligt in uw handen.
alleen ontsnapt via de vulkanen?
Vanavond gaat ze met haar vrienden uit.
Met zulk weer gaat niemand naar buiten.
Gelukkig is hij die tevreden is met zijn lot.
- Tom gaat met een Chinese uitwisselingsstudent.
- Tom gaat uit met een Chinese uitwisselingsstudent.
Er komt een soort etter uit als ik urineer.
Mijn noodlot ligt in uw handen.
Dit is je lot.
's Avonds gaat hij uit om wat te drinken.
's Nachts gaat hij uit om een glaasje te drinken.
De waarheid komt uit een kindermond.
Werk komt uit het hoofd;
Tom had geen tijd voor zelfmedelijden.
Dat is de veiligste optie. Ik ken dit touw.
En dan gieten we dit erin en kijken we of hij eruit komt.
beslissing om nogmaals zijn lot in te zetten bij de keizer.
Ze klimt over een rots en gaat het water uit.
Er komt geen water uit de douche.
Dus we gaan de mijn uit om te zien wat we nog meer kunnen vinden.
Ze wordt het hol uit gespoeld, zo goed als dood.
Wanneer komt zijn nieuwe roman uit?
Het gaat hem niet best af, maar je moet toch toegeven dat hij zijn best doet.
Raak er één aan... ...en het lot van de kakkerlak is bepaald.
Hij klimt eruit zodat hij zuurstof uit de lucht kan opnemen. Eindelijk keert de zon terug.
Direct nadat de piste geprepareerd is, is het er goed skiën, maar later op de dag ontstaan er plekken waar het gras door de sneeuw heen komt.
Als een gewone mens een boodschap verstuurt in een fles, dan is dat maar een kinderfantasie. Als Christoffel Colombus een boodschap verstuurt in een fles, hangt het lot van een heel land daarvan af.
En, ondanks al mijn pogingen om aan de obsessie voor een veel meer hartverscheurende gedachte te ontsnappen, keerde mijn hart terug bij Marie. Ik vroeg me bezorgd af wat haar lot was; ik verstijfde in mijn boeien, alsof ik haar te hulp wilde snellen. Ik hoopte voortdurend dat de afschuwelijke droom zou vervliegen, en dat God het voornemen niet zou hebben gehad om alle gruwelen, waar ik liever niet aan wilde denken, in te brengen in het levenslot van de engel die hij mij als echtgenote had geschonken.