Translation of "Positif" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Positif" in a sentence and their dutch translations:

Sois positif.

Wees positief.

- Pense positivement.
- Pensez positivement.
- Pensez positif.
- Pense positif.

Denk positief.

Tom est positif.

Tom is positief.

- Reste positif !
- Reste positive !
- Sois positive.

- Blijf positief.
- Blijf optimistisch.

Pour un état d'esprit positif en paix.

voor een vredige, positieve geestestoestand.

Tom a été testé positif au coronavirus.

Tom heeft positief getest op het coronavirus.

Un autre expert affirme que cela serait positif.

vindt een andere dat het juist goed zou zijn.

Les actions bénéfiques amènent-elles à un fonctionnement positif du cerveau ?

Leiden positieve handelingen tot positieve werking van de hersenen?

S'engager à fond et toujours aller de l'avant en restant positif.

Totale toewijding en positief vooruit blijven lopen.

Il y a des gens pour lesquels zéro est un nombre positif.

- Er zijn mensen die de nul als een positief getal aanzien.
- Er zijn mensen voor wie de nul een positief getal is.

Et deux : toujours aller de l'avant. Rester positif même quand on ne le sent pas.

En het tweede is, blijf altijd doorlopen. Positief doorlopen, ook al heb je er geen zin in.