Examples of using "Match" in a sentence and their dutch translations:
Laat het spel beginnen!
- Het is een lang spel.
- Het is een lange wedstrijd.
- De match duurt lang.
Ons team heeft de wedstrijd gewonnen.
De wedstrijd vond niet plaats.
Hebben je broers de wedstrijd gewonnen?
Het maakt niet uit welk team de wedstrijd wint.
Ik had een lastigere wedstrijd verwacht.
De tijdsduur van een voetbalwedstrijd is 90 minuten.
De wedstrijd eindigde in een gelijkspel.
Heb je zin om naar een voetbalwedstrijd te gaan?
Het was een uitstekende wedstrijd.
We keken naar een baseballwedstrijd op televisie.
De wedstrijd werd afgelast vanwege regen.
Ondanks de regen werd het spel niet afgelast.
- Het spel begint om twee uur morgennamiddag.
- Het spel begint morgenmiddag om twee uur.
Ik heb de wedstrijd van begin tot eind bekeken.
Ik heb een tenniswedstrijd gekeken op televisie.
De wedstrijd is wegens het slechte weer geannuleerd.
Ik ben ervan overtuigd dat ik die tenniswedstrijd win.
Wanneer begint de wedstrijd?
Ons team heeft de wedstrijd gewonnen.
Ons team heeft de wedstrijd gewonnen.
Kaartjes voor de wedstrijd van vandaag gingen als warme broodjes over de toonbank.
- Dit is de laatste wedstrijd.
- Dit is het laatste spel.
Wat?! Je hebt je huiswerk niet gemaakt vanwege een voetbalwedstrijd? Dat is geen excuus!