Translation of "Irrité" in Dutch

0.022 sec.

Examples of using "Irrité" in a sentence and their dutch translations:

Il est devenu irrité.

- Hij werd geïrriteerd.
- Hij raakte geïrriteerd.

Tom dit qu'il est irrité.

Tom zei dat hij geïrriteerd is.

- Tom est contrarié.
- Tom est irrité.

Tom is overstuur.

Il dit avoir été blessé parce que le léopard était irrité et excité.

Hij zei dat hij gewond raakte omdat het luipaard geïrriteerd was.

En 1810, il rejoint le maréchal Masséna pour l'invasion du Portugal, mais est profondément irrité d'

In 1810 voegde hij zich bij maarschalk Masséna voor de invasie van Portugal, maar hij had er een diepe hekel aan

Lorsqu'un anglophone s'aperçoit que son interlocuteur étranger n'a pas compris une de ses phrases, il la répète, à l'identique, mais plus fort, comme si son interlocuteur était sourd. À aucun moment il ne lui vient à l'esprit que son vocabulaire est peut-être compliqué ou que sa formulation est très probablement ambiguë pour un étranger et qu'il pourrait reformuler d'une manière plus simple. Le résultat est que non seulement l'interlocuteur ne comprend toujours pas, mais il est irrité d'être pris pour un sourd.

Als iemand die Engels spreekt merkt dat een buitenlander met wie hij praat een van zijn zinnen niet begrijpt, dan herhaalt hij het, op dezelfde manier, maar harder, alsof de ander doof is. Het komt aldoor niet bij hem op dat de woorden die hij gebruikt wellicht te moeilijk zijn, of dat zijn uitdrukking wellicht op meerdere manieren door een buitenlander opgevat kunnen worden en dat hij het beter op een makkelijkere manier kan verwoorden. Het resultaat is niet alleen dat de ander het nog steeds niet begrijpt, maar ook geïrriteerd raakt omdat hij als dove behandeld wordt.