Translation of "Avoir" in Dutch

Voulant avoir raison.

Verslaafd aan ons gelijk halen.

- Elle semble avoir beaucoup d'amis.
- Elle semble avoir beaucoup d'amies.

Zij lijkt veel vrienden te hebben.

J'espère vous avoir convaincus

Ik hoop jullie te hebben overtuigd

J'aimerais avoir ta photo.

Ik zou graag een foto van je willen.

J'aimerais avoir une voiture.

- Ik zou graag een auto hebben.
- Het zou leuk zijn als ik een auto had.

Je pense avoir raison.

Ik geloof dat ik gelijk heb.

Tu pourrais avoir raison.

Je zou wel eens gelijk kunnen hebben.

Tu dois avoir faim.

Je moet wel honger hebben.

J'aimerais avoir un chien.

Ik wou dat ik een hond had.

Je crois avoir compris.

- Ik geloof dat ik het heb verstaan.
- Ik geloof dat ik het heb begrepen.

Tu sembles avoir peur.

Je klinkt bang.

- Je pensais avoir entendu ta voix.
- Je pensais avoir entendu votre voix.

- Ik dacht jouw stem gehoord te hebben.
- Ik dacht uw stem gehoord te hebben.

- J'aime avoir plein de choses à faire.
- J'aime avoir beaucoup à faire.

Ik heb graag veel te doen.

- J'aimerais quand même avoir votre approbation.
- J'aimerais quand même avoir ton approbation.

- Ik zou nog steeds uw goedkeuring willen.
- Ik zou nog steeds je goedkeuring willen.
- Ik zou nog steeds jullie goedkeuring willen.

- Puis-je en avoir quelques-uns ?
- Puis-je en avoir quelques-unes ?

Mag ik daar een paar van hebben?

- Je souhaiterais avoir un ami comme toi.
- J'aimerais avoir un ami tel que toi.
- J'aimerais avoir un ami tel que vous.
- J'aimerais avoir une amie telle que toi.
- J'aimerais avoir une amie telle que vous.

Had ik maar een vriend zoals jij.

Emploient pour avoir moins soif.

...gebruikten om de dorst te lessen.

Il affirma avoir vu l'accident.

Hij beweerde het ongeval gezien te hebben.

Ton chien semble avoir soif.

Het lijkt erop dat je hond dorst heeft.

Je voudrais avoir un chat.

Ik zou graag een kat hebben.

Puis-je avoir un tournevis ?

Kan ik een schroevendraaier hebben?

Pourrais-je avoir la clé ?

Zou ik de sleutel kunnen krijgen?

Je commence à avoir faim.

Ik krijg stilaan honger.

On va avoir une pizza?

Krijgen we pizza?

Puis-je avoir un oreiller ?

Kan ik een kussen krijgen?

J'aimerais bien avoir des cigares.

Ik wil graag wat sigaretten.

Puis-je avoir un programme ?

Mag ik een programma hebben?

Vous vous êtes fait avoir.

Men heeft u bedrogen.

Pourrais-je avoir du thé ?

Mag ik wat thee?

Puis-je avoir du thé ?

Mag ik thee?

Elle semble avoir beaucoup d'amis.

Zij lijkt veel vrienden te hebben.

Je vais avoir besoin d'aide.

Ik zal hulp nodig hebben.

Puis-je avoir cette orange ?

Mag ik deze sinaasappel?

Il doit avoir la quarantaine.

Hij is ongeveer 40 jaar oud.

Puis-je avoir un mouchoir ?

Mag ik een zakdoekje?

Il voulait avoir du succès.

Hij wilde slagen.

Tom dit avoir connu Marie.

Tom zei dat hij Maria gekend had.

Tom semblait avoir la trentaine.

- Tom leek vroeg in de dertig te zijn.
- Tom bleek een vroege dertiger te zijn.
- Tom leek begin dertig te zijn.

Puis-je avoir ce doigt ?

Mag ik deze vinger hebben?

Ne te fais pas avoir.

- Laat je niet bij de neus nemen.
- Laat je niet voor de gek houden.
- Laat je niet om de tuin leiden.

- Je pense avoir compris.
- Je pense que j’ai compris.
- Je crois avoir compris.

- Ik geloof dat ik het heb verstaan.
- Ik geloof dat ik het heb begrepen.

- Pourrais-je avoir l'addition, s'il vous plait ?
- Pourrais-je avoir la note, s'il vous plait ?
- Pourrais-je avoir l'addition, je vous prie ?
- Pourrais-je avoir la note, je vous prie ?

- Zou ik de rekening mogen hebben, alstublieft?
- Mag ik de rekening?

- Puis-je avoir l'addition, s'il vous plait ?
- Puis-je avoir l'addition, je vous prie ?
- Puis-je avoir la note, s'il vous plait ?

Mag ik de rekening alstublieft?

- Je me souviens avoir vu ça auparavant.
- Je me rappelle avoir vu ça auparavant.

Ik herinner me dat eerder te hebben gezien.

- Puis-je avoir ton numéro de téléphone ?
- Puis-je avoir votre numéro de téléphone ?

Mag ik je telefoonnummer?

- Je me souviens avoir lu à ce propos.
- Je me souviens avoir lu à ce sujet.
- Je me rappelle avoir lu à ce propos.
- Je me rappelle avoir lu à ce sujet.

Ik herinner me dat ik daarover iets gelezen heb.

Après avoir consulté quelqu'un de confiance,

Na overleg met iemand die ik vertrouwde,

Je pense avoir une solution. Venez.

Ik heb een idee. Kom op.

Sinon, je vais vite avoir froid.

Anders krijg ik het snel koud.

Peu après avoir compris tout ça,

door te zeggen dat, vlak nadat ik snapte waarom dat was,

Et avoir un retour de qualité.

en kreeg waardevolle feedback.

Pourrait avoir un tout autre aspect.

er heel anders kunnen uitzien.

Trente ans après avoir éclos ici,

Dertig jaar na haar geboorte hier...

avoir rendu possible Epic History TV.

voor het mogelijk maken van Epic History TV.

Puis-je avoir la clé maintenant ?

Kan ik nu de sleutel hebben?

Tu ne dois pas avoir honte.

Je hoeft je niet te schamen.

Nancy ne peut pas avoir menti.

Nancy kon niet hebben gelogen.

Vous pouvez avoir ce livre gratuitement.

Je mag dit boek gratis hebben.

Il semble avoir quitté le pays.

Hij lijkt het land verlaten te hebben.

Il doit avoir environ 40 ans.

Hij moet ongeveer veertig zijn.

Les jeunes s'imaginent avoir toujours raison.

Jongeren denken dat ze altijd gelijk hebben.

Il doit y avoir un moyen.

Er moet een manier zijn.

Elle veut avoir l'air plus jeune.

Zij wil er jonger uitzien.

Vais-je avoir besoin d'un avocat ?

Zal ik een advocaat nodig hebben?

Elle se mit à avoir peur.

Ze is geschrokken.

Il a admis avoir eu tort.

Hij heeft toegegeven ongelijk gehad te hebben.

Il vient d'y avoir un accident.

Een ongeval deed zich juist voor.

Puis-je en avoir une bouchée ?

- Mag ik een hapje?
- Mag ik een hapje nemen?

Je vais avoir besoin de détails.

Ik zal details nodig hebben.

Jane semble avoir un nouvel ami.

Jane heeft schijnbaar een nieuwe vriend.

- J'aimerais me tromper.
- J'aimerais avoir tort.

Ik wou dat ik het mis had.

J'aimerais avoir quelque chose à boire.

Ik zou graag iets te drinken hebben.

Commencer, c'est avoir à moitié fini.

- Een goed begin is het halve werk.
- Goed begonnen is half gewonnen.
- Een goed begin geeft moed en zin.