Examples of using "Ironique" in a sentence and their dutch translations:
- Ironisch, toch?
- Ironisch, nietwaar?
Dat is ironisch.
Ironisch, toch?
Het was ironisch.
Het is nogal ironisch.
Dat is dus ironisch!
- Weet u wel wat “ironisch” betekent?
- Weet je wel wat “ironisch” betekent?
Dat zou ironisch zijn, nietwaar?
Weet je wel wat “ironisch” betekent?
Weet u wel wat “ironisch” betekent?
Ik weet dat het ongelofelijk ironisch klink.
Vind je de term "heilige oorlog" niet ironisch?
"Hippopotomonstrosesquipedaliofobie is een lang woord, hè?" "Ja, maar weet je wat het betekent?" "Nee, eigenlijk niet." "Het betekent angst voor lange woorden." "Wat ironisch."