Translation of "Finir" in Dutch

Laisse-moi finir.

Laat me uitspreken.

- Laissez-moi finir.
- Laisse-moi finir.
- Laissez-moi terminer.

Laat me uitspreken.

J'aimerais finir le travail.

Ik wou het werk afmaken.

Je ne peux pas finir.

Ik kan niet eindigen.

Je viens de finir d'emballer.

Ik ben net klaar met inpakken.

Ça ne va jamais finir.

Hier komt nooit een eind aan.

- Je te prie de me laisser finir.
- Laisse-moi finir, je te prie !

Laat me alsjeblieft uitspreken.

Laisse-moi finir, je te prie !

Laat me alsjeblieft uitspreken.

J'ai réussi à finir le travail.

Het is me gelukt het werk af te krijgen.

Je viens de finir de manger.

Ik heb juist gegeten.

Je viens de finir mes devoirs.

Ik heb zojuist mijn huiswerk afgemaakt.

La route semblait ne pas finir.

De weg leek eindeloos.

J'avais l'intention de finir le travail.

Ik wou het werk afmaken.

Je ne peux pas en finir ? »

Kan ik stoppen met deze puzzel?"

- Trois mois n'ont pas suffi pour finir l'expérience.
- Trois mois furent insuffisants pour finir l'expérience.

Drie maanden waren niet genoeg om het experiment te beëindigen.

- Je suis prêt à en finir avec ça.
- Je suis prête à en finir avec ça.

Ik ben klaar om dit achter de rug te hebben.

Qui pourrait finir par une deuxième opération.

waardoor nog een operatie nodig is.

Tout d'abord, nous devons finir les devoirs.

Eerst moeten we het huiswerk afmaken.

Je veux finir le travail moi-même.

Ik wil het werk zelf afmaken.

Je viens juste de finir de déjeuner.

Ik heb zojuist geluncht.

- J'ai peur de ne pas le finir à temps.
- J'ai peur de ne pas la finir à temps.

- Ik heb schrik dat ik dat niet op tijd zal af krijgen.
- Ik ben bang dat ik dat niet op tijd af zal krijgen.

La planète entière va finir par être atteinte.

zal de hele planeet uiteindelijk lijden.

Finir le travail pour mardi sera du gâteau.

Het gaat makkelijk worden dit werk voor dinsdag af te krijgen.

Je viens de finir de lire le livre.

Ik heb het boek net uitgelezen.

Je viens de finir de lire ce livre.

Ik heb dit boek net uitgelezen.

Combien de temps avons-nous pour finir cela ?

Hoeveel tijd hebben we om dat af te maken?

Je viens juste de finir mon petit déjeuner.

- Ik heb zojuist ontbeten.
- Ik heb juist ontbeten.

Tom vient de finir de laver la vaisselle.

- Tom is net met de vaat klaar.
- Tom is net klaar met afwassen.
- Tom is net klaar met de afwas.

Cela m'a pris cinq heures pour finir le travail.

- Ik deed er vijf uur over om het werk af te werken.
- Het kostte me vijf uur om het werk af te maken.

- Ça ne va jamais finir.
- Ça n'en finira jamais.

Hier komt nooit een eind aan.

J'ai peur de ne pas la finir à temps.

Ik ben bang dat ik dat niet op tijd af zal krijgen.

J'ai peur de ne pas le finir à temps.

Ik ben bang dat ik dat niet op tijd af zal krijgen.

Ça va finir en eau de boudin cette histoire.

- Dit verhaal gaat slecht aflopen.
- Dit verhaal dreigt averechts uit te pakken.

Finir le rapport pour demain est à peu près impossible.

Het is vrijwel onmogelijk om het verslag morgen af te hebben.

Elle s'est couchée tard pour finir de coudre ta robe.

Ze is laat opgebleven om je jurk af te naaien.

Il n'est pas nécessaire de mourir pour finir en enfer.

- Je hoeft niet te sterven om in de hel te belanden.
- Je hoeft niet te sterven om in de hel te eindigen.

Ça ne prendra pas très longtemps pour finir ce travail.

Er zal niet veel tijd nodig zijn om dat werk af te maken.

Nous n'avons pas eu le temps pour finir notre rapport.

We hadden geen tijd om ons rapport af te maken.

Elle n'a pas eu le temps pour finir son rapport.

Ze had geen tijd om haar rapport af te maken.

Il faut en finir avec la tyrannie du toujours plus !

- We moeten een einde maken aan de dwingelandij van het almaar meer!
- Er moet een einde komen aan de tirannieke drang naar meer en meer!

Pour les aider à finir le semestre ou l'année sans hésiter.

om hen te helpen hun semester of jaar af te ronden zonder iets te missen.

Pour finir, souvenez-vous de terminer la conversation de façon positive,

Tenslotte, vergeet niet het gesprek op een positieve manier te beëindigen,

Est-ce que la réunion peut finir dans les deux heures ?

Kan de bijeenkomst binnen twee uur eindigen?

- J'ai réussi à finir le travail.
- Je parvins à achever le travail.

Het is me gelukt het werk af te maken.

En tout état de cause, je dois finir ce travail pour demain.

In ieder geval, ik moet dit werk morgen af hebben.

J'aimerais seulement disposer d'un petit peu plus de temps pour finir ça.

Ik wou alleen maar dat ik iets meer tijd had om dit hier af te maken.

Donc, nous avons achevé le cercle partant des histoires pour finir au social.

Zo komen we terug uit bij sociaal.

Je ne peux pas finir de lire ce livre épais en une semaine.

Ik kan dat dikke boek niet uitlezen in een week.

- Ça ne va pas bien finir.
- Ça ne va pas bien se terminer.

Dit loopt niet goed af.

- Ça ne va jamais finir.
- Ça n'en finira jamais.
- Ça n'en finit plus.

- Hier komt nooit een eind aan.
- Dit zal nooit eindigen.

Je fus capable de finir le travail plus tôt que je l'avais prévu.

Ik ben erin geslaagd het werk vroeger af te krijgen dan ik had voorzien.

Ne pleure pas ! Si tu pleures, je vais finir par pleurer moi aussi.

Huil niet! Als jij huilt, dan begin ik ook te huilen.

On vient de finir une étude menée par Kim Crosby, un de mes étudiants,

We hebben net een studie afgerond, geleid door mijn student Kim Crosby,

- Je viens juste de finir mon petit déjeuner.
- Je viens de manger mon petit déjeuner.

- Ik heb zojuist ontbeten.
- Ik heb juist ontbeten.

- Ça ne va jamais finir.
- Ça n'en finira jamais.
- Cela ne finira jamais.
- Ça ne finira jamais.

Hier komt nooit een eind aan.

- Cela finira mal.
- Ça finira mal.
- Ça va mal se terminer.
- Ça ne va pas bien finir.
- Ça ne va pas bien se terminer.

Dit loopt niet goed af.

- Si je dois encore écouter les radotages de Marie, je vais devenir fou.
- Si je dois encore me taper les fadaises de Marie, je vais finir par péter les plombs.

- Als ik nog verder naar Mary's gewawwel moet luisteren word ik boos.
- Als ik nog langer naar Maria's geklets moet luisteren, word ik gek.