Examples of using "Descend" in a sentence and their dutch translations:
Naar beneden?
Hij gaat naar Rusland.
Dus we dalen af de grot in?
Dus je wilt abseilen? Oké.
Naar beneden de vallei in.
We gaan naar beneden en naar rechts.
Gaan we abseilen met 't touw, recht naar beneden?
De barometer zakt. Het gaat regenen.
Moeten we springen? Of gaan we abseilen?
Als de maan achter de bergen zakt...
Dat is een enorme grot... ...zo de bergwand in.
Wat gaan we doen? Gebruiken we de grot...
Iedereen naar beneden!
Hoe dieper we duiken, des te kouder het water.
Of dalen we af en gaan we zo verder?
Een optie is abseilen van de klif.
Wat vind jij? Abseilen... ...of de heuvel af sleeën?
Sommigen denken dat de Britse koninklijke familie afstamt van koning David.
Of dalen we af in de sleufcanyon... ...en banen we ons een weg richting het wrak.
Voor mij is er niets zo hartverwarmend als een oud echtpaar dat hand in hand over straat loopt.
- Niets lijkt me tederder dan een oud koppel dat hand in hand door de straat wandelt.
- Voor mij is er niets zo hartverwarmend als een oud echtpaar dat hand in hand over straat loopt.