Translation of "Demander" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Demander" in a sentence and their dutch translations:

- Arrêtez de demander !
- Arrête de demander !

- Stop met vragen!
- Hou op met vragen!

- Quand allez-vous lui demander ?
- Quand vas-tu lui demander ?

Wanneer ga je het haar vragen?

Puis-je demander pourquoi ?

Mag ik vragen waarom?

Est-ce trop demander ?

Is dat te veel van u gevraagd?

Je devrais demander, non ?

Eigenlijk zou ik het moeten vragen, hè?

Tom aurait dû demander.

Tom had het moeten vragen.

Demander ne coûte rien.

Het kost niets om vragen te stellen.

Au lieu de se demander « Pourquoi ? », il faut se demander « Comment ? »

In plaats van 'Waarom?' moeten we ons afvragen 'Hoe?'.

- N'hésite pas à demander des conseils.
- N'hésite pas à demander conseil.

- Aarzel niet om raad te vragen.
- Aarzel niet advies te vragen.

- J'aimerais vous demander une faveur.
- J'ai une faveur à vous demander.

Ik zou je graag om een gunst vragen.

- J'aimerais vous demander une faveur.
- Je voudrais te demander un service.

Ik zou je graag om een gunst vragen.

- Puis-je vous demander une faveur ?
- Puis-je te demander une faveur ?

- Mag ik u om een gunst vragen?
- Mag ik je om een gunst vragen?

- Je vais te demander quelque chose.
- Je vais vous demander quelque chose.

Ik ga je iets vragen.

- Puis-je te demander quelque chose ?
- Puis-je vous demander quelque chose ?

- Mag ik u een vraag stellen?
- Mag ik jullie iets vragen?
- Mag ik u iets vragen?

- Puis-je vous demander votre nom ?
- Puis-je vous demander votre nom ?

Mag ik vragen hoe u heet?

- Ne touchez à rien sans demander !
- Ne touche à rien sans demander !

Kom nergens aan zonder te vragen.

- Je voudrais te demander un service.
- Je voudrais te demander une faveur.

Ik zou je graag om een gunst vragen.

Tu devrais lui demander conseil.

Je moet hem om advies vragen.

- Demandons-leur.
- Allons leur demander.

- Laten we het hen gaan vragen.
- Laten we het hen vragen.

J'aimerais vous demander quelque chose.

Ik wil graag een vraag stellen.

Je vais demander à Tom.

Ik vraag het aan Tom.

Je dois vous demander pardon.

Ik moet mij bij u excuseren.

N'hésite pas à demander conseil.

Aarzel niet om raad te vragen.

- Je dois te demander quelque chose.
- J'ai besoin de vous demander quelque chose.

Ik moet je wat vragen.

- Je veux te demander une dernière faveur.
- Je veux vous demander une dernière faveur.

- Ik wil je nog een laatste verzoek doen.
- Ik wil u nog een laatste verzoek doen.

- Je savais que tu allais demander ça.
- Je savais que vous alliez demander cela.

Ik wist dat je dat ging vragen.

Nous devrions plutôt nous demander ceci :

In plaats daarvan moeten we het volgende vragen:

N'hésite pas à demander des conseils.

- Aarzel niet om raad te vragen.
- Aarzel niet advies te vragen.

Puis-je vous demander votre nom ?

- Mag ik vragen hoe u heet?
- Mag ik vragen hoe je heet?

Puis-je te demander une faveur ?

- Mag ik u om een gunst vragen?
- Mag ik je om een gunst vragen?

Je vais demander un nouveau bureau.

Ik zal om een nieuwe schrijftafel vragen.

Je vais lui demander s'il vient.

- Ik zal hem vragen of hij komt.
- Ik ga hem vragen of hij komt.

Je vais aller demander à Tom.

Ik ga het Tom vragen.

Ça ne coûte rien de demander.

- Vragen staat vrij.
- Vragen kost niets.

Tom n’aime pas demander de l’aide.

- Tom vraagt niet graag om hulp.
- Tom houdt er niet van om hulp te vragen.

Puis-je te demander quelque chose ?

Mag ik u een vraag stellen?

Je dois demander pardon à Anne.

Ik moet mijn verontschuldigingen aanbieden aan Ann.

J'ai quelque chose à te demander.

Ik moet je wat vragen.

Puis-je lui demander quelque chose ?

Mag ik hem iets vragen?

J'ai une faveur à vous demander.

Ik zou je graag om een gunst vragen.

J'aimerais vous demander de réfléchir à ceci :

Ik zou willen dat je hierover nadenkt:

Mon propos, c'est qu'il faut se demander

Waar ik het vandaag over heb,

J'aimerais formellement vous demander de nous aider

En nu wil ik jullie vragen om ons te helpen.

J'ai une importante faveur à te demander.

Ik wil je om een grote gunst vragen.

Vous pouvez toujours me demander de l'aide.

U kunt me altijd om hulp vragen.

Je ne veux pas demander ta main !

- Ik wil je niet ten huwelijk vragen!
- Ik wil niet om je hand vragen!

Ne touche à rien sans demander d'abord.

Niets aanraken zonder eerst toestemming te vragen.

- N'hésite pas à demander, si tu as besoin d'aide.
- N'hésitez pas à demander, si vous avez besoin d'aide.

- Stel gerust vragen als je hulp nodig hebt.
- Aarzel niet om het te vragen als je hulp nodig hebt.
- Vraag gerust om hulp als je het nodig hebt.

- Tu devrais demander à Tom ce qu'il s'est passé.
- Vous devriez demander à Tom ce qu'il s'est passé.

- Je zou Tom moeten vragen wat er gebeurd is.
- U zou Tom moeten vragen wat er gebeurd is.
- Jullie zouden Tom moeten vragen wat er gebeurd is.

Il est inutile de me demander de l'argent.

Het heeft geen zin om me om geld te vragen.

Je pense que nous devrions demander de l'aide.

Ik denk dat we hulp moeten halen.

Tu peux aussi demander conseil à ton professeur.

Je kunt ook advies aan je leraar vragen.

Pourquoi ne pas demander conseil à ton professeur ?

Waarom vraag je je leerkracht niet om raad?

Tu avais quelque chose d’autre à me demander ?

Is er iets anders dat je wil vragen?

- Y a-t-il quelque chose que vous vouliez demander ?
- Y a-t-il quelque chose que vous veuilliez demander ?
- Y a-t-il quelque chose que tu veuilles demander ?

Is er iets dat je wilt vragen?

Mais, à un moment, il commença à se demander :

Maar op een bepaald ogenblik begon Picquart te denken:

Elle était trop fière pour lui demander de l'aide.

Ze was te trots om hem om hulp te vragen.

Ne rien toucher sans demander la permission au préalable.

Niets aanraken zonder eerst toestemming te vragen.

Est-ce que je peux te demander ton attention ?

Mag ik jullie aandacht even?

Je vais joindre Jim et lui demander de venir.

Ik neem contact met Jim en vraag hem te komen.

Nous allons leur demander de nous prendre en photo.

We gaan hen vragen ons te fotograferen.

Vous devriez demander à Tom ce qu'il s'est passé.

U zou Tom moeten vragen wat er gebeurd is.

- Tout ce que tu avais à faire était de demander.
- Tout ce que vous avez eu à faire était de demander.

Je had het alleen maar hoeven te vragen.

- Me permettez-vous de demander si vos cheveux viennent d'être colorés ?
- Me permets-tu de demander si tes cheveux viennent d'être colorés ?

Mag ik vragen, zijn uw haren pas geverfd?

Je vais lui demander où il est allé dimanche dernier.

Ik zal hem vragen waar hij vorige zondag naartoe gegaan is.

Il n'aimait pas demander de l'aide même s'il était affamé.

Hij hield er niet van om hulp te vragen, zelfs als hij stierf van de honger.

Elle rassembla finalement le courage pour lui demander davantage d'argent.

Ze had eindelijk de moed bij elkaar geraapt om geld te vragen aan hem.

Il a décidé de demander de l'aide à mes amis.

Ik besloot mijn vriend om hulp te vragen.

Je ne peux pas demander à Tom de faire ça.

Ik kan Tom niet vragen dat te doen.

Y a-t-il quelque chose que tu veuilles demander ?

Is er iets dat je wilt vragen?

Ça ne sert à rien de me demander de l'argent.

Het heeft geen zin me geld te vragen.

- N'hésitez pas à poser des questions.
- N'hésite pas à demander.

Stel maar gerust vragen.

Puis-je demander de ne pas m'interrompre pendant que je parle ?

Mag ik vragen mij niet te onderbreken terwijl ik spreek?

Tom est venu dans mon bureau pour me demander de l'argent.

Tom kwam naar mijn kantoor om me om geld te vragen.