Examples of using "Convaincu" in a sentence and their dutch translations:
Tom is overtuigd.
Mary heeft me overtuigd.
Ik ben overtuigd.
Ik ben overtuigd.
Hij is een overtuigd democraat.
Ben je niet overtuigd?
Ik ben ervan overtuigd dat hij onschuldig is.
Ik heb hem dat idee uit het hoofd gepraat.
Goed, je hebt me overhaald.
Ik ging er vanuit dat u zou meegaan.
Hij heeft mij overtuigd van zijn onschuld.
Ik ben helemaal niet overtuigd.
Tom heeft Mary overtuigd het te doen.
Ik weet zeker dat hij naar Tokio is gegaan.
Ben je niet overtuigd?
Ge hebt mij bijna overtuigd.
Hoe kreeg je Tom zover om mee te helpen?
Eerst waren ze allemaal overtuigd van zijn onschuld.
Ik ben niet overtuigd.
Ik ben niet volledig overtuigd dat je gelijk hebt.
Tom was ervan overtuigd dat hij de gelukkigste man op aarde was.
Je klinkt niet overtuigd.
Ik ben ervan overtuigd dat ik die tenniswedstrijd win.
Tom overtuigde Mary ervan dat het niet zijn fout was.
Ze heeft haar man overgehaald de vakantie in Frankrijk door te brengen.
U klinkt niet overtuigd.
Ik ben alleen niet helemaal zeker hoe sterk het is. Hoelang 't er al is.
Ik ben helemaal niet overtuigd.
U klinkt niet overtuigd.
Ik ben niet overtuigd.
- Tom is nog steeds ervan overtuigd.
- Tom blijft zelfverzekerd.
- Ze lijken niet overtuigd.
- Zij klinken niet overtuigd.
- U klinkt niet overtuigd.
Eerst waren ze allemaal overtuigd van zijn onschuld.
Dit alles is vast maar een misverstand.