Examples of using "Bear" in a sentence and their dutch translations:
Helo 1... ...dit is Bear.
Bear aan Helo 1...
Ik zie Bear recht voor ons.
Ik zie Bear, maar ik denk niet dat ik hem kan bereiken.
Ik zie Bear, maar ik denk niet dat ik hem kan bereiken.
Nog geen spoor van Bear. Roger, blijf zoeken.
Nog geen spoor van Bear. Roger, blijf zoeken.
Ik ben Bear Grylls en ik heb de meest onherbergzame plekken op aarde overleefd.