Examples of using "Assise" in a sentence and their dutch translations:
Blijf zitten.
Ze zit.
Ik zou een zitplaats willen reserveren.
Zij zat onder een boom.
Ze zit op de wc.
Ik zit in de klas.
Ik zit aan tafel.
- Terwijl je zit?
- Terwijl u zit?
Dus ik zit hier op de achtergrond
- Ze zat naast me.
- Ze zat naast mij.
Ze zat naast mij.
Ze zat omringd door haar kleinkinderen.
Ik blijf liever zitten.
Ik ging zitten.
- Ik zette mij tussen Tom en John.
- Ik ben tussen Tom en John gaan zitten.
Ik ging naast hem zitten.
En dan is er Abby die daar compleet verbijsterd zit,
Blijf zitten alstublieft.
De vrouw die daar zit, is zijn huidige vrouw.
Blijf zitten alstublieft.
Ze zit in de keuken en drinkt thee.
Ik ging zitten.
Ze zit op de wc.
Blijf zitten alstublieft.
- Ze zat naast me.
- Ze zat naast mij.
Ik zit in de klas.
Je zit op mijn stoel.
Dus ik viel voorover en zat daar met hem,
Ik zou een zitplaats willen reserveren.
Hij ging naast me zitten.
Ik zou het op prijs stellen als ze naast me zou komen zitten.
Je bent naast haar gaan zitten, niet?
- Ik zette mij tussen Tom en John.
- Ik ben tussen Tom en John gaan zitten.
Zit stil.
Wie is de vrouw die naast mijn broer zit en nu met hem spreekt?
- Ik zette mij naast hem.
- Ik ging naast hem zitten.
Zittend in haar fauteuil van panterpels las de jonge vrouw in rood ondergoed voor uit een boek met de titel "De zwarte prinses".