Examples of using "ça…" in a sentence and their dutch translations:
Voel dit.
Het gaat voorbij.
Luister hiernaar!
Controleer dat.
- Laat het achter.
- Laat het liggen.
- Laat het!
Dat neem je terug.
- Pak dat.
- Pak dit.
Kijk eens!
Dit functioneert.
Check dit.
Het zal werken.
Het zal gebeuren.
- Het is ijskoud.
- Het vriest hier.
- Leg het neer!
- Leg dat neer!
- Produceer dit!
- Maak dit!
Hoeveel kost dit?
Noteer dat!
Annuleer dat.
Lees dit!
Het is dringend!
Het jeukt.
Het werkte.
Pak dat.
- Alles goed?
- Is alles goed?
Het stinkt.
Dit ergert me.
Dat zal helpen.
Het is koud geworden.
Eigen schuld!
- Het komt voor.
- Het gebeurt wel.
- Het gebeurt.
Laat dat maar aan mij over.
- Het spijt me dat te horen.
- Het is spijtig om dat te horen.
Dat heeft er niets mee te maken.
Lang niet gezien.
Dat heeft mij verbluft.
- Het had een vlot verloop.
- Het verliep vlotjes.
- Da's logisch.
- Dat is logisch.
- Het is logisch.
- Het spijt me dat te horen.
- Het is spijtig om dat te horen.
Je kunt hem zo eten.
Het werkt.
- Onmogelijk.
- Vergeet het maar.
- Laat maar!
- Laat het!
Het leek makkelijk.
Hou daarmee op!
Lees dit nu.
Stop. Dat kietelt.
Laat dat maar zitten.
Kijk eens aan!
Dat is altijd zo geweest.
Het spijt me dat te horen.
- Dat werkte.
- Dat had gewerkt.
Neem dit aan.
Maak dit af.
- Check dat.
- Controleer dat.
Geef op.
Ongelofelijk!
- Het zal werken.
- Het zal functioneren.
Het telt.
Kom dat zien!
Het klinkt absurd.
- Tom houdt hiervan.
- Tom vindt dat leuk.
Hoeveel kost het?
- Probeer dit maar eens.
- Proef dit eens.
Het is ijskoud hier.
Dat heeft mij verbluft.
Lang niet gezien.
- Laat het achter.
- Laat het liggen.
- Geef het op!
- Laat maar!
- Laat het!
- Laat maar zitten!
- Laat dat!
Dat is waar ik van hou.
Laat het daar liggen!
Leg het daar neer!
Stop het weg!
Haal het af.
- Dat zou ik leuk vinden.
- Dat zie ik wel zitten.
- Dat zou ik graag willen.
- Heb je dat gezien?
- Heeft u dat gezien?
- Hebben jullie dat gezien?
- Het werkte bijna.
- Het heeft bijna gewerkt.
Dat maakt me gek.
- Het komt wel goed.
- Komt voor de bakker.
- Komt voor elkaar.
Dat heeft er niets mee te maken.
Stel je voor:
Waarom?
Glad.
Het stinkt.
Het begint.