Examples of using "Posez" in a sentence and their dutch translations:
- Stel je vraag.
- Stel jullie vraag.
Leg je potloden neer.
Stel uw vraag!
- Leg het neer!
- Leg dat neer!
Leg je potlood neer.
Stel een vraag!
- Zet het daar maar neer.
- Leg het daar maar neer.
- Plaats het daar.
Leg het daar neer!
Leg het allemaal op tafel.
Leg het op tafel.
Stel niet zo veel vragen!
Leg het op tafel.
Solliciteer schriftelijk.
Kijk uit waar je loopt.
Stel geen vragen waarop je het antwoord niet wilt weten.