Examples of using "Snowy" in a sentence and their dutch translations:
Sneeuwt het vandaag?
Het is sneeuwig vandaag.
- Het sneeuwt.
- Het weer is sneeuwig.
Bobbie is Kuifje's hond.
Morgenvroeg zal het sneeuwen.
Mijn grootvader heeft sneeuwwit haar.
De winter was koud en sneeuwig.
- Op dit sneeuwlandschap ziet alles er anders uit.
- Op dit sneeuwige landschap ziet alles er anders uit.
Ik herinner me dat het afgelopen december erg sneeuwig was.
De omgeploegde velden waren uitgestrekte besneeuwde kuiltjes.
De zomers in Boston zijn warm en vochtig, terwijl de winters koud, winderig en sneeuwig zijn.
Het sneeuwt vandaag.
Volgens een weersvoorspelling zal het morgen sneeuwen.